Rebecca's dochters.
Van waar toch deze wonderlijke benaming, welke de vernielers der tolhekken in het Prinsdom Wallis hun zelven gegeven hebben? Eene Engelsche courant beantwoordt deze vraag aldus: ‘In het eerste boek van mozes, hoofdst. XXII, vs. 17, zegt de Heere tot abraham, onmiddellijk nadat deze zijnen zoon ten offer had willen brengen: En uw zaad zal de poorten zijner vijanden bezitten. Abraham's zaad nu is isaäk en deszelfs nakomelingen. Isaäk's nakomelingen zijn evenzeer kinderen van rebecca. Aan dezen is beloofd, dat zij de poorten hunner vijanden bemagtigen zullen. Daar nu de misnoegden in Wallis de poorten der tolgaarders bemagtigen willen, hebben zij, om deze belofte op hen zelven toe te passen, den naam van rebecca's kinderen aangenomen.’ (Zoo deze uitlegging gegrond is, ware het natuurlijker, dat zij zich abraham's of sara's kinderen genoemd hadden.)