Vooroordeel en Pligt. Een romantisch Verhaal. Uit het Hoogduitsch. Nieuwe Diep, bij C. Bakker, Bz. 1844. In gr. 8vo. 386 bl. f 3-80.
‘Goede wijn behoeft geen' krans,’ had de Vertaler behooren te bedenken. Indien de roman, dien hij zijnen landgenooten aanbiedt, inderdaad naar zijne schatting zoo voortreffelijk is, als hij beweert, had hij geene zoo aanprijzende recensie, bij wijze van voorrede, moeten laten voorafgaan. Nu hij dit gedaan heeft, wekt hij verwachtingen op, die bij de lezing niet bevredigd worden. Vooreerst treden er zoo vele personen in het drama op, dat de meest oplettende aanschouwer ze in zijn geheugen niet uit elkander kan houden, zoodat het verhaal minder heeft van een geregeld geheel, dan van het bonte gewoel van eene carnavals-maskerade, waar ieder zijn' eigen' dikwijls grillîgen smaak volgt. Het hofleven wordt, in afgesletene caricaturen en intrigues, zoogenaamd afgebeeld, maar met zoodanig eene overdrijving, dat de waarheid moeijelijk te herkennen is. In één woord, deze roman behoort, voor zoo veel het aesthetische betreft, tot de middelmatige, en, wat het zedelijke aangaat, tot de zoodanige, die goed noch kwaad zullen te weeg brengen; in zoo ver zij namelijk niet die schade veroorzaken, dat zij den lezer eenen tijd doen verkwisten, dien hij nuttiger had kunnen besteden. - Behalve andere taalfouten, troffen wij ook aan: eeten voor eten, en telkens: gepensioenneerd voor gepensioneerd.