Boekbeschouwing.
Kerkelijke Raadvrager en Raadgever, door Jodocus Heringa, Eliz. zoon. IVden Deels 1ste en 2de Stuk. Te Utrecht, bij J.G. van Terveen en Zoon. 1843. In gr. 8vo. Te zamen 510 bl. f 4-40.
Het godgeleerd publiek ontvangt in deze beide stukken het laatste wat uit de papieren van den beroemden heringa te verzamelen was, ter aanvulling van 's mans Kerkelijken Raadvrager en Raadgever. De Hoogleeraar vinke, die dezelve met een kort voorwoord heeft ingeleid, verdient onzen dank voor de zorgvuldigheid en moeite, aan de uitgave dezer nalatenschap des waardigen mans te koste gelegd. Nadat dit reeds zoo dikwijls is geschiedt, nogmaals in den lof des ontslapenen opzettelijk uit te weiden, of zijne verdiensten, bepaaldelijk ook aangaande de practische godgeleerdheid, bij herhaling in het licht te stellen, komt ons onnoodig en weinig passend voor. Onze aanmerkingen, waar wij die hebben, mede te deelen op den arbeid des waardigen mans, die nu reeds tot een rijk van hooger licht en deugd is ingegaan, zou even min hier voegen. Wij vergenoegen ons dus met de opgave van de verschillende stukken hier van heringa's hand voorkomende, met derzelver opregte aanprijzing aan alle Evangeliedienaars (voor zoover die bij heringa's talrijke leerlingen en vrienden niet noodeloos mogt wezen), en met de verzekering, dat men hier nergens te vergeefs naar de sporen zal zoeken van heringa's wijze bedachtzaamheid, rijke ervaring en gemoedelijke godsvrucht.
Wij ontvangen hier eene voorlezing over de waarheidsliefde, bij den beoefenaar der wetenschappen. - Jezus christus, de beste Leeraar en Opziener. - De Apostelen, 's Heilands plaatsvervangers, als Leeraars en Opzieners. - Vergelijking van het ambt des tegenwoordigen