den smaragd betwistte; het zwart, de kleur der droefheid, zij verwijderd van al hetgeen ons uw aanwezen herinnert, dat bloemen en de altoos groene struik (arbuste) de plaats beschaduwen alwaar uw kil gebeente rust; - men ontware daar nimmer noch den cipres noch het loover van den iep. - Waarom zouden wij over hen, die reeds gelukkig zijn, treuren?’ - Zou b.v. uit de gewijde oorkonde, hier niet de eene of andere uitspraak kunnen genomen zijn? Verstaanbaarder, verhevener en vertroostender woorden had men over dit onderwerp zeker kunnen vinden.
Wij meenen genoeg gezegd te hebben over het werk van den Heer de heyder, wiens eigen ingevoegde gedachten soms wel wat gezocht en gezwollen ons voorkomen en sommige als loci communes kunnen worden aangemerkt, b.v. No. 190: diezelfde gedachte drukt salomo eenvoudiger en daardoor schooner uit; No. 197 honderdmaal gedacht, gezegd en geschreven, en zoo meer anderen.
De Verzamelaar heeft zich echter veel moeite gegeven met al deze spreuken en gedachten bijeen te brengen en te schikken; en wij zeggen hem dank voor dat werk. Aan de ontbijttafel of in zoogenaamde verloren oogenblikken is het een werkje, dat men met genoegen zal opnemen en inzien, als bevattende zeer veel, dat stof tot nadenken en behartiging geven kan, en van hetwelk men, waar men het opslaat, met den wijsten der Koningen zal kunnen zeggen: dat het gouden appelen in zilveren gebeelde schalen zijn.
Buiten de aangewezen verbeteringen door den Verzamelaar zijn ons nog de volgende misstellingen voorgekomen. No. 8 opgetelt voor opgeteld. No. 92 van der hoeve voor van der hoeven, veropenbaard voor geopenbaard No. 101. Ook worden onder twee rubrieken dezelfde spreuken of gezegden aangetroffen. No. 242 vindt men in de afdeeling de man en het eensluidende in No. 259 in de afdeeling het huwelijk; dit had de Verzamelaar, daar beide afdeelingen rijk in nommers zijn, kunnen vermijden. No. 260, reg. 6, staat als, moet zijn al. In No. 271, reg. 9, zijn zeker twee syllaben uitgevallen. No. 322 staat hallen, moet zijn haller No. 365, reg. 3, de voor den. No. 535 platarchus voor plutarchus, en anderen, die bewijs leveren, dat de correctie niet zeer aandachtig is nagegaan.
Zoo de gegevene wenken den Heer de heyder, bij het in het licht zenden eener tweede verzameling, als waarvan hij in het voorberigt spreekt, zullen kunnen van dienst zijn, zal het Rec. aangenaam wezen, die met den Verzamelaar hartelijk wenscht, dat zijn arbeid der wijsheid en deugd en der letterkunde nuttig wezen moge.
Boekbesch. No. XII, bl. 568, r. 8 v.o. staat: cetoe, lees ietoe.