kerk nader wordt toegelicht, en de invloed van mannen als johannes wessel, reuchlin, erasmus en anderen wordt aangewezen, die men als de voorbereiders van de Hervorming van luther kan aanmerken.
Wij zien uit het werk van neudecker, dat deze Hervorming door de gebeurtenissen en de ontwikkeling van den menschelijken geest sedert meer dan twee eeuwen was onvermijdelijk geworden, en er slechts een krachtig man als de Duitsche Augustijner monnik moest opstaan om aan dezelve haar volkomen beslag te geven, terwijl zijn voorbeeld alsdan weldra door anderen, als: zwinglius, calvijn en knox stond gevolgd te worden. Dit alles vinden wij hier meesterlijk uit elkander gezet, in een' eenvoudigen stijl, die alleen de daadzaken laat spreken, terwijl de geschiedschrijver het gebruik van redekunstige bloemen en beelden voor zijn oogmerk ondienstig keurt, zoo als zij hem wezentlijk onnoodig zijn. Wij kunnen dus gerust dit degelijk geschrift naast de voortreffelijke geschiedwerken van den beroemden ranke, de Pausen na de Hervorming en de Geschiedenis van Duitschland tijdens de Reformatie, stellen, als behoorende onder de beste voortbrengselen der historische kunst van onzen tijd.
De Vertaler heeft door deze moeijelijke taak, van onze taal met dit geschiedverhaal te verrijken, den dank van alle echte beoefenaars der historische studie voor zich verworven. Hij heeft zich zelven de moeite, hieraan verknocht, niet ontveinsd, en daarom de getrouwheid in de overbrenging zich tot een' eersten pligt voorgesteld. Hij heeft wèl gedaan, om soms de sierlijkheid van den stijl op te offeren aan zijne zucht om den oorspronkelijken Schrijver geheel en ongeschonden te leveren. De eenige noemenswaardige verandering, die hij zich heeft veroorloofd, bestaat in het overbrengen van eene enkele belangrijke bijzonderheid of daadzaak uit de aanmerkingen in den tekst en het verwijzen van sommige aanhalingen uit den tekst naar de aanteekeningen. Het getal dier laatsten heeft hij weinig vermeerderd; hij stelde zich hierbij ten doel, geschriften van landgenooten over in den tekst behandelde onderwerpen te vermelden, of naar eenig opstel te verwijzen, hetwelk na de verschijning der Hoogduitsche vertaling was in het licht gegeven, en dat te zijner kennisse kwam. Men ziet dus hieruit, dat de Vertaler geen lijdelijk werktuig van overbrenging is,