regten acht hij verkieselijk, tot men eindelijk tot de geheele afschaffing kunne overgaan. Dit alles nu laat zich zeer wel lezen; maar hoe zal het middel bevallen, door den Schrijver aangeprezen, om in het daardoor in 's Lands schatkist ontstaande te kort te voorzien? Dit is toch, volgens bl. 90, de belasting op het inkomen. Zouden de handelaars en fabrikanten daar meer mede gediend zijn, dan met de accijnsen; welke de Schrijver geheel wil afschaffen? Zou de natie in het algemeen daar vrede mede hebben? Welke opofferingen heeft men zich nog onlangs getroost, om de belasting op de bezittingen, waaronder tevens als ter sluiks eene belasting op de inkomsten begrepen was, voor te komen! Hoe veel verdiensten derhalve het eerst hier aangekondigde werkje moge hebben, gelooven wij, dat de Schrijver zijn doel in deszelfs geheel niet zal bereiken, zoolang hij er niets proefhoudends op weet te vinden, waardoor het porto-franco zou kunnen worden ingevoerd, zonder andere belasting op het inkomen, dan nu reeds in personeel, patent enz. werkelijk betaald wordt. Kon alles gevonden worden met de door den Auteur tevens aangeprezene belasting op het regt van Successie in de regte lijn, dan zou Referent er nog eerder toe overhellen.
Nuttige wenken voor den Kleinhandel worden door den Heer frankamp gegeven, echter vooral met het doel, om aan gepensioneerden een eenigzins ruimer bestaan te verschaffen. Wij vreezen, dat het meeste hier geschrevene ook al tot de pia vota behoort. Nu reeds kwijnt de Kleinhandel: en wat zal er van worden, indien het heerleger op gering pensioen gestelde Militairen en Ambtenaren zich mede daaraan mogt toewijden, en hoe komen zij tot de zoo noodige practische en theoretische kennis, na tot dusver in geheel andere betrekkingen werkzaam te zijn geweest?