ook doorgaans met den vrij zonderlingen titel van losse gedachten worden bestempeld.
Intusschen, schoon dan ook laat, men is thans begonnen geheele werken van den beroemden Schrijver over te brengen, aangemoedigd door de belangstelling, in de vroeger uitgegevene en onlangs herdrukte Gedachten betoond. En zeker, wie smaak heeft gevonden in de lectuur van deze, dien durven wij gerust het lezen van een volledig werk van jean paul aanbevelen. Hij is als het ware daartoe meer dan voorbereid, en de moeijelijkheden, daaraan verbonden door den hoogst zonderlingen vorm, door het ongewone der uitdrukking, der beeldspraak, der denkbeelden zelve, heeft hij reeds overwonnen. Hem moet het een eigenaardig genot zijn, van tijd tot tijd oude kennissen terug te vinden in het gezelschap, waarbij zij eigenlijk behooren, en waar zij zich in haar eigenlijk en natuurlijk karakter vertoonen.
De keuze van den Titan ter vertaling komt Rec. zeer gelukkig voor. Veel, wat de Vertaler tot lof van het oorspronkelijke zegt, stemt Rec. ten volle toe en vindt daarin reden, om te vooronderstellen, dat dit boek aan verschillende soort van lezers zal bevallen. ‘Er is hier,’ zegt de Vertaler, ‘meer handeling, dan in zijne overige werken, er zijn verhevener, grootscher, stouter, meer scherp geteekende karakters,’ en het ontbreekt daardoor ook voor den meer gewonen lezer niet aan eene opwekkende, belanginboezemende lektuur. Voor hem is er daarenboven eene frischheid, eene oorspronkelijkheid en nieuwheid in deze soort van roman, of zoo gij het noemen wilt, die hem moeten boeijen. Zonderling, vreemd is, ook uit dit oogpunt beschouwd, de Titan, maar bij al het vreemde voelt men zich toch aangetrokken door het onmiskenbare genie, dat zich vooral ook in de schoone karakterteekening openbaart van de meest onderscheidene personen, sommigen overdreven genoeg zeker, maar toch in die overdrevenheid volkomen karakteristiek.
De vertaling is in gelukkige handen gevallen, in de handen van iemand, die niet blind is voor de gebreken van het oorspronkelijke, die erkent, dat hij dikwijls het snoeimes heeft gebruikt, om het te weelderige van jean paul's schrijfstijl weg te nemen. Daardoor vooral heeft hij, onzes inziens, den Nederlandschen lezer dienst bewezen, en den