het u als mij, dan zal alles u niet evenzeer boeijen, niet evenzeer toelagchen; soms zult gij helderder inzigten in het Christendom wenschen, en het min of meer mystieke en overdrevene uit dit boek geweerd willen hebben. Maar dit kon niet anders, daar hier het inwendige Christelijke leven in zijne verschillende nuances geschilderd wordt. Ergert het u misschien, dat gij onder de 35 beelden slechts ééne vaderlandsche vrouw (anna maria van schuurman) aantreft, hoor dan, wat Ds. busch keizer u in de Voorrede zegt, dat zijn eerste voornemen was, om voor het grootste gedeelte Nederlandsche vrouwen in haar Christelijk leven te beschrijven, maar dat hij voornamelijk daarom zijn plan moest opgeven, omdat hij bij ijverige nasporing zoo weinige bronnen mogt ontdekken, die hem de vereischte stof leverden, zoodat hij zich, niettegenstaande de overtuiging, hoe waardig vele vaderlandsche vrouwen geweest zijn, om in zoodanigen bundel te prijken, beperkt zag tot anna maria van schuurman.
Uit diezelfde voorrede vernemen wij, dat de vermelding van eenig roemrijk feit of op zich zelve staande daad van godvruchtigheid niet voldoende is voor een werk, waarin meer bijzonder de grondbeginselen van het Christelijk leven worden voorgesteld, en dit leven in deszelfs ontwikkeling, bloei en vruchten wordt afgebeeld. Hierdoor wordt het ons duidelijk, waardoor de Schrijver zich in de keuze der beelden voor zijnen spiegel heeft laten leiden.
De wensch des Schrijvers worde vervuld en het doel, hetwelk hij zich voorstelde, bereikt! Men leze met aandacht, toetse alles aan den waren en welbeproefden toetssteen, en spiegele zich waar dit heilzaam is en dienstig kan zijn, om ‘bevestigd te worden in de goede keuze, om aangemoedigd te worden tot volharding, en om oplettend gemaakt te worden op hetgeen men overeenkomstig zijne roeping nog behoorde te bedenken en te behartigen.’