behoeftige predikantsdochter, die door een gelukkig lot en huwelijk beloond wordt voor hare standvastige afwijzing van eenen rijken wellusteling, aan wiens lagen zij door de nalatigheid en den eigenbaat van eenen oom, die tevens haar voogd was, blootgesteld was geweest. - Het tweede schetst de teleurstellingen van eenen jongeling, die niet gerekend had op de treken in de wereld du plus haut ton, en ten gevolge zijner eenvoudige opregtheid de gunst eens magtigen ministers en de betrekking tot eene beminde schoone eerst verloor, maar daarna, door behulp van zijnen meer ervaren vader, beide herwon. - Niet geheel vrij van eenige ‘overdrevenheid’ is het derde, de kracht der vriendschap getiteld. Althans jongelingen, van welke de een, ten gevalle van den ander, van de hand eener beminde en weder beminnende afstand doet, zullen er niet vele te vinden zijn; ook hier is een gelukkig huwelijk het einde. - In de theevisite loopt het gesprek over de verwoestingen, die wanorde en nalatigheid in het maatschappelijk en huiselijk leven aanrigt. - Den heere Wijning ontging eene gehoopte erfenis, tot groot verdriet van zijne echtgenoot en kinderen. Bij de uitkomst bleek echter, dat de laatsten er oneindig beter aan toe waren, nu de erfoom op zijn' ouden dag gehuwd was. Het zeggen des verstandigen huisvaders, dat men nooit weet, waar iets goed voor is, vond dus ook hier bevestiging. - Het zesde verhaal, de twee vriendinnen, bestaat in eene briefwisseling tusschen dezelve, over de eigenlijke waarde van uitwendige levensgenoegens in vergelijking van eene gemoedsgesteldheid, die deze kan ontberen en haar hoogste genot vindt in het vervullen van huiselijke en Christelijke pligten. Voor jonge meisjes à la mode staat hier menige, in haar oog harde, maar nuttige en noodige les. - De vijandschap tusschen twee
familiën, ontstaan over vermeende beleedigingen, gevoed door verkeerde opvattingen, vruchteloos te verzoenen beproefd door eenen verstandigen Godsdienstleeraar, eindigde, bij treffende ziekte van het hoofd der eene, met eene bevrediging, die, zoo als het behoort, met een gelukkig huwelijk eindigde. Ref., van nabij bekend met eene plaats, waar het niets beter is, en waar zich de oneenigheid over verscheidene, wederzijds verwante huisgezinnen uitstrekt, vond hier veel waars. - Het laatste is een gesprek over den invloed van den rijkdom op 's menschen waar geluk. Dit is welligt in zoover overdreven, als het toch toegestaan en in