wapen tegen de onkuischheid. Dat schijnt wonderspreukig, en toch is het zoo, want die liefdebetrekkingen zijn doorgaans hoogst onschuldig, en bedoelen zelden of nooit het zinnelijke genot. Het zijn doorgaans idealen; maar deze verstandig te leiden en er gepaste wenken omtrent te geven, is altijd nuttig, en dat niet het minst in eenen tijd, waarin Romans, sommige uitspanningen en vermakelijkheden, en wat niet al? doen wassen, gelijk kamphuizen zegt, hetgeen men niet behoeft te zeggen. Het bedoelde onderwerp wordt in dergelijke schriften meestal of niet, of te oppervlakkig, of als kinderspel behandeld. Doch wie herinnert zich uit zijne jeugd geenen tijd, toen zijn allereerste bloesemknop der liefde, kinderlijk misschien nog, maar toch rein en zuiver en door geene zinnelijke begeerten bezoedeld, de gansche ziel vervulde, maar door ouderen van jaren, na eene toevallige ontdekking, meêdoogenloos werd bespot? Nog eens, het onderwerp is belangrijker, dan velen denken, en Ref. wenschte er wel eens een wijs, regt wijs boekje over.
No. 2 behandelt de teedere zaak met kieschheid, doch zoo openhartig, als dat voegzaam is. Die van oordeel zijn, dat men de jeugd met een kwaad moet bekend maken, waarmede zij anders misschien nog onbekend zou gebleven zijn - en van dat oordeel is ook Ref., mits men het niet te vroeg doe - zullen dit een nuttig boekje voor jonge lieden vinden, waarom wij het gaarne aanprijzen.