Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1844
(1844)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijGeschiedkundige Beschrijving der oudere en nieuwere thans bestaande Ridderorden, zoo in als buiten Europa, bevattende derzelver oorsprong, benaming, spreuken, ordelinten enz. Door G.L. de Richemont en J. Bisschoff. 19-50 Aflevering. Te Amsterdam, bij J. da Cunha en Comp. In 4to. Per Afl. f 1:40.Met genoegen kondigen wij onzen Lezers de voltooijing van dit werk aan. De Schrijvers hebben geene pogingen onbeproefd gelaten om hetzelve, door vorm en inhoud, behagelijk en belangrijk te maken; hun arbeid verdient lof, en wij twijfelen niet, of velen zullen deze getuigenis met ons afleggen. Wanneer wij eene inhoudsopgave wilden geven, zouden wij te uitvoerig worden; het zij dus genoeg te melden, dat men in het vervolg des werks niet alleen de Ridderorden van de meeste, nog niet opgegevene, Europesche Staten vindt aangeduid en naauwkeurig beschreven, maar ook die van Azië, Perzië, Afrika, Amerika, Brazilië enz.; terwijl een Bijvoegsel, Nalezingen op het geheele werk en een kort overzigt van al de thans (1840) bestaande Ridderorden, gerangschikt naar het jaar der stichting, met vermelding tevens der Rijken of Staten, waartoe zij behooren, derzelver benaming, spreuken, kleur van het ordelint, klassen en verdere bijzonderheden, het werk besluit. Het was Rec. aangenaam te zien, dat de Schrijvers in genoemd Bijvoegsel, benevens andere, ook zijne aanteekeningen, op de vorige Afleveringen medegedeeld, hadden opgenomen. Ook nu kan hij, niettegenstaande de groote naauwkeurigheid der Schrijvers, eenige weinige aanmerkingen niet terughouden. De gulden Vliesorde, bl. 147. De geschiedenis dezer orde staat met de Nederlandsche Geschiedenis in een naauw verband. Hoe vele beroemde mannen immers, als daar zijn willem I, egmond, hoorne | |
[pagina 608]
| |
en anderen, werden niet, tijdens de regering der Spaansche Koningen, als Graven van Nederland, met deze orde begiftigd? Hoeveel ordensfeesten, met de daarbij gehoudene Riddertournooijen werden niet in Nederland, en voornamelijk te Brussel, den zetel der Spaansche Vorsten bij hun verblijf hier te lande, gehouden, en hoe veel gedenken legpenningen zijn er niet in Nederland op geslagen en beschreven? Zoo vinden wij in de Historie der Nederlandsche Vorsten door frans van mieris, I D. bl. 42, een Gedenk- en Legpenning op de instelling der Vliesorde in 1430, door filips, Hertog van Bourgondië; waar wij echter van slechts 24 Ridders, die met de orde beschonken werden, vinden melding gemaaktGa naar voetnoot(*); bl. 236 van datzelfde Deel vijf Legpenningen op de inhuldiging van verschillende nieuwe Leden in 1491. IIde Deel, bl. 35 een Legpenning, bij gelegenheid dat Koning karel in October 1516 te Brussel, het achttiende kapittel der gulden Vlies-orde houdende, het getal Vliesridders tot op vijftig vermeerderde, (zie derzelver namen aldaar); en in de Beschrijving der Nederlandsche Historie-penningen door van loon, I D. bl. 12, vinden wij twee Legpenningen opgegeven, gemunt ter gelegenheid van het houden der 22ste zamenkomst of kapittel der orde onder Koning filips II, met eene opgave der toen negentien nieuw aangestelde Ridders. In de Beschrijvinghe der gantscher Nederlanden door ludovicus guicciardin (Arnhem 1617) bl. 102 en verv. vinden wij eene lijst van al de Vliesridders, van de stichting af tot en met het jaar 1587. Het komt Rec. voor, dat dergelijke bijzonderheden hier niet moesten vergeten zijn. Orde van maria theresia, bl. 150. De stichteres dezer orde heeft een jaarlijks inkomen van 150,000 guldens aan dezelve geschonken, en deze som wordt, bij wijze van jaarwedde, onder de Ridders verdeeld. Laatstgenoemden worden aan het hof met meer dan gewone eer ontvangen. De verzamelplaatsen, welke zij te Weenen hebben, zijn het kabinet in den Burg en de spiegelzaal te Schönbrunn. De Grootkruisdragers hebben altijd vrijen toegang in de geheime raadzaal; maar de Ridders genieten dit voorregt alleen op de ordensfeesten. | |
[pagina 609]
| |
Orde van Burgerlijke verdiensten van st. jacob of van het Zwaard, bl. 178. Bij schoonebeek (vroeger aangehaald bl. 132-153 des I Deels) vindt men een uitgebreid artikel over de Geschiedenis dezer orde, benevens de opvolging der Grootmeesters. Orde van Avis, bl. 180. De Ridders in Portugal droegen vroeger nog geene kruisen op hunne mantels, zoo als de Ridders van het H. Land deden; dragende zij slechts een kleed van wit laken, benevens een vaandel, waarop een rood kruis stond. Lang hebben zij met zoodanig een gewaad gestreden en waren slechts door het dragen van een' krijgsgordel van andere krijgslieden onderscheiden, totdat zij eindelijk een lakenschen mantel, waarop aan de linkerzijde een groen met gouden draden geboord kruis stond, voor hunne dragt aannamen; zij vermogten ook een dergelijk gouden kruis om den hals te dragen: zelfs op zwarte kleederen en buiten hunne vergaderingen. Verder willen wij hierbij niets meer voegen. Den Schrijveren zij dank voor de erkentelijkheid, die zij Recensent van dit werk, in hun voorberigt, brengen. Het was hem genoegen, den arbeid der Heeren richemont en bisschoff aan te kondigen, en die opmerkingen te maken, die hem om het belang der zake voorkwamen van gewigt te zijn. Veel zelfvoldoening smaken de Schrijvers van dit hun werk, dat zoowel voor de kennis van de instelling der Ridderschap en geestelijke Broederschappen, als waaruit de geestelijke en later de wereldlijke Ridder-orden ontstonden, als voor het tegenwoordig bestaan en doel derzelve, van hoog aanbelang is. De afbeeldsels der versierselen van de verschillende orden zijn doorgaans zuiver en wel bewerkt en zeer goed en met zorg gekleurd. |
|