landsche huis uitvoerig behandeld; maar deze uitvoerigheid is met geene dor- of wijdloopigheid gepaard; want de stijl en voorstelling is vloeijend, terwijl het verhaal de aandacht op die gebeurtenissen vestigt, welke meestal bij onze vroegere geschiedschrijvers, zoo als wagenaar, en ook bij bilderdijk, niet die belangstelling inboezemen.
De Heer arend heeft met groote zorgvuldigheid van al de oude bronnen zoodanig gebruik gemaakt, dat bij uit deze bouwstoffen een welgeordend en oorspronkelijk geheel heeft opgetrokken, en tevens hierbij vroegere en latere geschiedschrijvers van ons vaderland, benevens andere geschriften, die hiertoe eenigzins betrekking hebben, niet uit het oog verloren. Al hetgeen wij dus tot aanprijzing van het eerste Deel gezegd hebben, kunnen wij ruimschoots op dit tweede Deel eerste Stuk toepassen; dewijl dit gedeelte door deszelfs aard nog meer belang moet inboezemen voor allen, die eene geschiedenis onzer oude Grafelijke tijden wenschen te bezitten, welke aan de eischen der historische letterkunde in de 19de eeuw voldoet. Vooral heeft ons de beschouwing van den maatschappelijken toestand in Nederland bevallen, waarmede dit stuk, even als het vorige Deel, besluit. Zulke slotsommen van een geschiedkundig onderzoek plaatsen den lezer op het ware standpunt, om den geest en de mate van beschaving dier duistere tijden met juistheid te begrijpen.
De platen, die dit stuk versieren, bevielen ons beter, wat teekening, ordonnantie en uitvoering aangaat, dan die in het vorige Deel; terwijl de bijgevoegde kaart ons juist, uitvoerig en doelmatig voorkwam; zoodat wij deze aankondiging besluiten, met den Heer arend kracht en lust ter vervolging van zijne taak, die geregeld bij afleveringen voortgaat, den Uitgever de voortdurende en toenemende belangstelling van het publiek toe te wenschen, en aan allen, die lust in de beoefening der geschiedenis van den grond hunner geboorte bezitten, dit werk ten ernstigste ter lezing en bestudering aan te bevelen, als bevattende een geheel van al hetgeen tot nog toe over de oude lotgevallen van ons vaderland was te boek gesteld.