een leven vol afwisseling, vol avonturen, soms vreemde en zonderlinge avonturen, en zijne levensgeschiedenis is eene schildering van zijnen tijd, gelijk er moeijelijk elders zal worden gevonden. Geen romanschrijver kan met zulk eene waarheid het huiselijke en openbare leven, den maatschappelijken en zedelijken toestand, de karakters en handelingen der geschiedkundige personen afteekenen, als hier geschiedt bij het eenvoudig verhaal van den Florentijnschen goudsmid, die zijne eigene lotgevallen en ondervindingen beschrijft en ons daardoor in den geest, en de zeden en gewoonten, in het geheele leven van zijnen tijd diep leert doordringen.
Er heerscht daarenboven in zijn boek eene natuurlijke ongekunsteldheid, die ons van de opregtheid en openhartigheid des verhalers overtuigt. Wij zien overal den man levendig voor ons met al zijne deugden en gebreken, en van beide had hij er niet weinigen. Hij verbergt de laatsten zoo min, als de eersten. In hem zelven staat niet het allerminst de man zijner eeuw ons voor den geest, die als een toonbeeld is zoowel van de godsdienstigheid, als van de loszinnigheid en losbandigheid van zijne dagen. Merkwaardig zijn vooral ook de schilderingen van het pauselijke hof en het geheele leven te Rome; en waarlijk, de Italiaan spaart zijne Heiligheid niet!
Men ziet uit het een en het ander, dat het dit boek niet aan verscheidenheid en belangrijkheid van zaken ontbreekt, en dat het voor verschillende lezers kost naar ieders smaak bevat. ‘Die een liefhebber is van wonderlijke lotgevallen,’ wij ontleenen deze woorden aan de voorrede van den Vertaler, ‘die een liefhebber is van wonderlijke lotgevallen, van groote gevaren, schrikkelijke moorden, akelige gevangenissen, verschijningen, tooverijen, bezweringen en al wat verder tot de sieraden der thans meest gelezen romans behoort, kan zich hier volop bevredigen. Maar niet minder aantrekkelijk is dit werk voor hen, die er belang in stellen te weten, hoe in de geschiedenis bekende, beroemde of beruchte, personen, niet in de verbeeldingskracht van een' romanschrijver, maar volgens de getuigenis van een' tijdgenoot, van een' ooggetuige, gehandeld en gesproken hebben, voor hen, die zulke personen gaarne in hunne binnenkameren, in gezelschap hunner bedienden en onderhoorigen, bespieden, voor hen, die behagen scheppen in de levendige en als 't ware aanschouwelijke voorstelling van de geestelijke en