Twee maanden in den Kerker der Inquisitie te Rome. Een Gedenkschrift van jeugdige vroomheid en Goddelijke bewaring. Te Amsterdam, bij J.C. Sepp en Zoon. 1843. In gr. 8vo. 108 bl. f 1 - :
Wij vinden hier het verhaal van eene wel is waar oude, maar tot in de minste bijzonderheden waarachtige gebeurtenis. Philippus camerarius, de voorname held des verhaals, werd den 16 Mei 1537 te Tubingen geboren; hij was de zoon van den beroemden joachim camerarius, den vriend van den grooten Kerkhervormer melanchthon; hij bekleedde te Neurenburg de waardigheid van Senator, later die van eersten Kanselier bij de Neurenburgsche Universiteit Altdorf, en stierf in den hoogen ouderdom van 87 jaren, den 22 Junij 1624. Door menig geschrift heeft hij zich eenen welverdienden naam gemaakt. Het gedenkschrift van zijne gevangenschap in den kerker der Inquisitie te Rome werd door hem zelv' oorspronkelijk in het Latijn vervaardigd, eerst na honderd jaren in het licht gegeven, en thans, na weder honderd jaren, in het Hoogduitsch gedrukt.
Camerarius begaf zich ten jare 1563, en dus in 26 jarigen ouderdom, tot voortzetting van zijne regtsgeleerde studiën, uit Duitschland naar Padua, Ferrara en Bologna, bezocht vervolgens Rome en Napels, maar werd op zijne terugreize naar Ferrara te Rome door de Inquisitie gevangen genomen, niettegenstaande het bestaande verlof, door Keizers en zelfs door Pausen aan studenten van eenige Protestantsche belijdenis toegestaan, om vrij te reizen. Na het ondergaan van vele listige verhooren en het wederstaan van onderscheidene aanlokselen tot afval van zijne Evangelische belijdenis, na zelfs gevaar te hebben geloopen van door vergift het leven te verliezen, werd hij, met zijnen land- en lotgenoot, zekeren peter rieter, in vrijheid gesteld, door de veelvermogende tusschenkomst van den Duitschen Keizer. Sommige gevoelens van den Schrijver dragen te zeer den stempel van zijnen leeftijd, dan dat wij die onbepaald zouden goedkeuren. Van dien aard is, bij voorbeeld, zijn geloof aan bovennatuurlijke aanvechtingen, aan welke hij gedurende zijne gevangenschap meende te zijn blootgesteld. Voor het overige gaf camerarius een, ook nog in onzen tijd navolgenswaardig, voorbeeld van onwankelbare godsvrucht en geloof. Wij