vermaak van de liefhebbers der jagt, en aan de andere zijde het belang van eigenaren en gebruikers der gronden in het oog wordt gehouden. Hetgeen in zijne brieven verspreid is, trekt hij, aan het einde van dit werkje, in acht uitgewerkte stellingen te zamen, die door elk regtsgeleerde en zaakkundige met genoegen zullen worden gelezen.
Wat het grondbeginsel van het jagtregt aangaat, houdt Referent het dáárvoor: Er is een natuurlijk regt om wild te vangen, overal waar men het aantreft. Dat natuurlijk regt wordt beperkt door het beginsel van het volkenregt, dat ieder meester is op zijnen grond, en dus de eigenaar of gebruiker bevoegd is, elken jager van dien grond te weren. Volgens het staatsregt behooren alle woeste en onbebouwde gronden aan den Souverein, en uit dien hoofde heeft de Oppermagt overal van zelve het regt, om elken jager van zoodanige gronden te weren, even gelijk elk eigenaar of wettig gebruiker zulks op den bij hem bezeten grond, naar het volkenregt, doen mag. De Maatschappij bestaat in het belang van allen. Dat belang brengt mede, dat het wild niet onbeperkt vermenigvuldige en ook niet baldadig worde uitgeroeid. De Burgerlijke Wetgeving moet de beginselen van natuur-, volken- en staatsregt in overeenstemming brengen met het belang der ingezetenen in het algemeen, hetwelk niet anders kan geschieden, dan door wederkeerige opoffering van het strengste regt; en alzoo moet dan ook het jagtregt een voorwerp worden der gewone wetgeving, die er naar streven moet, de handhaving van jagt en jagtveld in overeenstemming te brengen met de regten van eigenaren en gebruikers, door invoering van zoodanig eene orde van zaken, waarover niemand in een' gevestigden burgerstaat zich met reden beklagen kan. Na de door den Heer malecotius toegestemde verbeteringen, zou de bestaande jagtwet in die vereischten voorzien. Echter, daar de wet, gelijk zij ligt, verandering moet ondergaan, zou Referent, ten einde men niet weder eene nieuwe gedeeltelijke wet met eene vroegere meer omvattende telkens zou moeten vergelijken, en tevens zich verliezen in eene zee van uitleggingen enz., al bepaalde zich