gezag, hetwelk beslissen moet of eenige zaak civiel, dan wel administratief moet worden afgedaan, niemand anders zijn kan dan de Koning. Lang vóór de tegenwoordige waarnemende Minister van Justitie de intrekking der aanhangige Conflicten bewerkt, en de opwerping van nieuwe Conflicten voorgekomen had, is in dit Tijdschrift de Hooge Raad reeds aangewezen geweest, als zijnde niet enkel een regtsprekend, maar tevens een jurisdictie en jurisprudentie regelend, ja zelfs, uit hoofde voor hem de Ministers enz. teregt staan, een Grondwet en Staatsregt uitleggend, handhavend en toepassend ligchaam. Het verheugt ons, deze beschouwing niet alleen omhelsd te hebben gezien door de Redactie van het Weekblad van het Regt, maar ook door den waarnemenden Minister van Justitie, den even geleerden als welsprekenden de jonge van campens nieuwland. Doch niet alleen, dat dus wel degelijk iemand anders, of eenig ander zedelijk ligchaam, dan de Koning, met voegzaamheid kan beslissen, of eene zaak bij de regterlijke, dan wel bij de uitvoerende Magt te huis behoort; maar, naar ons inzien, is juist de Koning, in een' grondwettigen Staat, tot alle persoonlijke beslissing van staatszaken volstrekt onbevoegd. Of zou Zr. Ms. uitspraak niet worden medegeteekend door eenig Minister, die de verantwoordelijkheid daarvoor op zich nam? Maar zoo ja, dan zou men of voor altijd van een homogeen Ministerie moeten afzien, en aannemen, dat b.v. de Minister van Justitie welligt het besluit zou contrasignéren, waarbij een conflict werd opgeheven, op aanschrijving van éénen zijner ambtgenooten bij Oorlog, Marine of Financiën, kort te voren door den Gouverneur van deze of gene provincie opgeworpen; of de opwerping van dat conflict zou reeds de zekerheid der handhaving met zich brengen, en de uitvoerende Magt zou beslissen in hare eigene zaak. Want dat de Koning alleen zou beslissen over
de al of niet bevoegdheid der Regterlijke Magt, zonder medeteekening van eenig Minister, zou immers geheel strijdig zijn en met onze Grondwet, en met alle constitutionéle beginselen.
Beter beviel ons meestal het overige dezer doorloopende