Noordsche Tafereelen van C. Bernhard. II Deelen. Te Haarlem, bij de Erven F. Bohn. 1843. In gr. 8vo. Te zamen 644 bl. f 6 - :
Wie de Tableaux de genre of de Kamerheer van denzelfden Schrijver gelezen heeft, die heeft zeker onze opwekking niet van noode, om ook met deze Noordsche Tafereelen kennis te maken, die uit dezelfde verzameling zijn ontleend, waaruit de Tableaux gekozen waren. Bernhard, wie dan ook onder dezen verdichten naam moge schuilen, behoort niet onder de alledaagsche schrijvers van verhalen. Hij onderscheidt zich door eene gemakkelijkheid, eene losheid en natuurlijkheid, die voor de meesten onbereikbaar schijnen te zijn. Dit geeft aan zijne voorstelling, aan de gesprekken, die hij zijne personen doet houden, eene frischheid en levendigheid, welke niet algemeen worden aangetroffen, en die de aanmerkingen, welke men hier en daar op de zamenstelling van het verhaal zou kunnen maken, gaarne doen vergeten.
De lezer ontvangt hier een vijftal verhalen, die alle met genoegen zullen gelezen worden, maar waaronder vooral Tante Franciska ons bijzonder trof, en de Zaakwaarnemer, om de losse aangename schrijfwijze vol luim en geest, boeit. De beide boekdeelen verdienen aan alle leesgezelschappen te worden aanbevolen, als zich verheffende boven de gewone soort van dergelijke lectuur. Ook de vertaling is goed, en