jes voor de jeugd, er behoefte was aan de vertaling dezer verhalen. Ze zien nu eenmaal het licht, en zijn trouwens van dien aard, dat zij zich niet geheel zonder genoegen en nut laten lezen. Het eerste verhaal is wel ridderlijk, daardoor welligt niet minder akelig, en het jeugdige meisje (dadelijk voor kinderen is het boekje niet geschikt) zal bij de lezing wel eens huiveren. Het lot der daarin voorkomende Rosamunde is al vrij zonderling, vooral wat het behoud van haar leven betreft. Dit geheele verhaal mist, naar onze gedachten, een' natuurlijken en geleidelijken gang. Alle omstandigheden loopen hier zeer toevallig zamen, om zulk eene uitkomst op te leveren. Het IIde en IVde verhaal beviel ons het beste. Het karakter van Blanka tegen over dat van Celestina in het IIde is belangwekkend en vol leering voor ieder jeugdig meisje, dat in hare jeugd de opvoeding, die het ontvangt, waardeert en daarmede nut en voordeel doet: men weet nooit, waar en hoe aangeleerde kundigheden of met zorg ontwikkelde talenten nog dienen kunnen tot middel van bestaan en levensonderhoud. Hier vindt men eene proeve. - De plaatjes zijn middelmatig. Het werkje, waaruit deze verhalen genomen zijn, heeft in Duitschland reeds vier uitgaven gehad; valt dat lot aan deze verhalen, in ons land, al niet te beurt, ze zullen, hoezeer wij ze minder fantastisch en romantisch wenschten, toch de waarheid staven, dat God de zijnen leidt op veilige wegen.
No. 2. Dit godsdienstig-ernstige verhaal is der lezing overwaardig. George, de verloren zoon, van welken hier gesproken wordt, kan het den jongeling met levendige trekken leeren, hoe zeer keuze van lectuur en gezelschap de eerste zaden van bederf in het hart uitstrooijen en de allerschadelijkste, voor een geheel leven verwoestende, gevolgen ontwikkelen kunnen; terwijl de getrouwe vermaner in ons binnenste, hoe ook tot zwijgen gebragt, ook hier toont zijne regten te doen gelden, en leert, dat het geweten nimmer zwijgt, al ruischen ook de toonen der zinnelijkheid en van den wellust den jongeling verdoovend en bedwelmend in de ooren. De les van de moeder moge in de hoofdzaak door vele huismoeders aan de kinderen worden voorgehouden, en, God geve! door vele kinderen worden opgevolgd; of, is hun lot zoo ongelukkig als dat van George, ze mogen dan ook zoo terugkeeren, als hij deed, daar hij den dwalenden jongeling een toonbeeld is van hetgeen opregt berouw en de kracht van de Godsdienst vermogen. Het boekje kome in veler handen!
No. 3. Gedichtjes van f. de boer, en daarvan een derde vermeerderde en verbeterde Druk, behoeven geene vernieuwde aanbeveling.