De Koopmansklerk. Eene Antwerpsche Zedenschets door P.F. van Kerckhoven. Te Antwerpen, bij J.E. Buschman. 1843. In gr. 8vo. 76 bl. f 1 - :
Dit boeksken, hetwelk met eenige, voor dat soort van teekening welgeslaagde, karikatuur- of naar karikatuur gelijkende prenten van eug. de block, zoo niet versierd, dan toch verlevendigd is, schetst (behoudens eenige fragmenten over klerken in het algemeen, over den hoogmoed enz.) den echten Antwerpschen, d.i. den van Antwerpenaars te Antwerpen geborenen, dáár opgevoeden en zijn geluk makenden kantoorklerk, van zijne eerste ontwikkeling als kind, tot hij op zijne renten gaat leven. Het hapert er niet aan geestige gezegden, schrandere opmerkingen en zoo in 't voorbijgaan, nu eens regtstreeks, dan weêr zijdelings, meesttijds al boertende, gegevene zedelessen. De lokale kleur is er niet in vergeten: trouwens de Heer van kerckhoven, zelf Antwerpenaar of te Antwerpen wonende, was in de gelegenheid naar het leven te schilderen. Dergelijke werkjes, als de Heeren conscience, van kerckhoven en anderen schrijven, zijn zeer geschikt, om de beoefening der volkstaal in België meer en meer te doen veldwinnen, en kunnen niet anders dan de zelfstandigheid onzer zuidelijke naburen als natie bevorderen. Zij zijn Franschen noch Duitschers, maar behooren tot den Nederlandschen stam, gelijk de Zwitsers tot den Duitschen. Gelijk het Zwitsersch van het Duitsch, zoo is, door spraakwendingen, stijl en spelling, het Belgisch van het Nederlandsch, of liever Noord-Nederlandsch, onderscheiden. De Walen kunnen met de Fransch en Italiaansch sprekende Zwitsers vergeleken worden: want ook zij zijn geene Franschen of met de Galliërs zamengesmoltene Franken, maar onvermengd geblevene, grootendeels met het Germaansche volk der Belgen
vereenigde Galliërs, en dus een stam op zich zelven.