dernemen, loofde deze vóór zijn vertrek eenige belooningen uit, die hij bij zijne terugkomst aan het gezin, 't welk in de beste eensgezindheid geleefd had, aan den huisvader, die zich door eerlijke middelen uit schulden gered had en tot welstand geraakt was, aan den best oppassenden jongeling, en aan het huishoudelijkste en deugdzaamste meisje wenschte uit te reiken, gelijk ook kleinere sommen onder de vlijtigste schoolkinderen te verdeelen. Intusschen werden op de school eenige exemplaren van het noodwendig Handboek verdeeld, met welks verderen inhoud nu het werkje gevuld is, tot eindelijk, ten besluite, de terugkomst van den Heer van mildheim verhaald wordt, de uitdeeling der prijzen,
het huwelijk van den jongen edelman en het verder gelukkig leven in Mildheim.
Onze lezers zien dat dit regt Duitsch is en voor onzen landaard niet geheel past. Referent dacht hierbij aan Hallo's Glücklicher Abend, aan Theodor's Glücklicher Morgen, en ook aan sommige van stilling's kleine romans, b.v. het Leben der Theodore van der Linden. Het verhaal is echter hier slechts eene bijzaak, de hoofdinhoud maken de drie gemelde afdeelingen uit, waarin veel goeds en behartigingwaardigs voorkomt; in de eerste afdeeling is ook de Richard van b. franklin ingelascht, zonder dat evenwel, 't geen ook veelligt in dit boek niet noodig was, de bron, waaruit dit gedeelte genomen is, vermeld wordt. Tot eene in bijzonderheden tredende beoordeeling van het werk voelt Referent zich niet geregtigd, want hiertoe zoude eene zeldzame vereeniging van veelsoortige kundigheden in het landhuishoudkundige en technologische vak vereischt worden, die hij niet bezit. Ook is het werk, ons nu eerst onlangs toegezonden, reeds vóór twee jaren uitgegeven en waarschijnlijk reeds in veler handen. Misstellingen of drukfouten zijn ons slechts weinige voorgekomen, zoo als bl. 269, reg. 13 van ond. het land voor het zand, en bl. 422, reg. 12 van ond. anderen voor aderen. Het boek is doór eene missive van zijne Exc. den Minister van binnenlandsche zaken aan de H.H. Gouverneurs der provinciën aanbevolen, om er de besturen der gemeenten te platten lande opmerkzaam op te maken; eene aanbeveling, die nog al ligtelijk te verkrijgen schijnt en ons hier althans met meer grond voorkomt verleend te zijn, dan aan het Tijdschrift van soetens of aan de kunstoogen van eenen rondreizenden Franschen Professor.