moorden echtgenoot. Een dweepend leeraar, die, sints zijn boekhandel te Genève verliep, met vrouw en kinderen het land afloopt, en die er geen bezwaar in ziet, om, onder den schijn van godsdienstigen ijver, tweedragt aan te stoken. Als aanhangers van het Catholijk geloof vindt men hier de beminnenswaardige hoedanigheden van aymé verd; de loffelijke toewijding van eene, het vaderlijk geloof getrouw geblevene blanche de sassenage aan de belangen van dien aymé, dien zij niet mag beminnen, omdat men haar aan
den dweependen renaud heeft toegezegd; daar huldigt men, in de ruwe karakters van den grijzen hugues verd de chembein en gaspard de montmaur, beide vrome Catholijken, toch derzelver edelaardige inborst. Overal, het gansche verhaal door, wordt de strijd der Catholijken tegen de Hugenooten voorgesteld als een strijd voor haardstede en altaar tegen roovers en brandstichters, die met geweld hun geloof willen opdringen, en die zich over niets te beklagen hebben. In het breede worden de door de Hugenooten veroorzaakte schade en verwoestingen uitgemeten, en van derzelver aanvoerder in Dauphiné, den Baron des adrets, de buitensporigste wreedheden opgedischt; terwijl van de zijde der Catholijken het wel niet zeer aan te prijzen, maar niet te min minder doodelijk verhaal van het zorgelooze oorlogsleven van den Catholijken aanvoerder, den Hertog van Nemours, wordt medegedeeld. - Zou Sir walter scott, bij het beschrijven van den opstand der Hugenooten in de 16de eeuw, derwijze de waarheid hebben te kort kunnen doen, dat alleen de uitspattingen der eene partij gemeld, en die der andere verzwegen wierden? Wij gelooven zulks niet. En wat is er van dit alles waar? Indien wij de geschiedenis raadplegen; onpartijdiger schrijver dan eenen lacretelle zullen wij schaars over dat tijdvak van Frankrijks geschiedenis aantreffen; en als wij diens: Histoire de France pendant les guerres de religion, Tome I, livre V, op de gebeurtenissen van het jaar 1662 naslaan, dan zullen wij daar lezen, hoe de schending van het edict van Januarij van dat jaar de Protestanten heeft in 't harnas gejaagd, en hoe een wreedaardige montluc, een monpensier en de tavanes om derzelver koelbloedige
wreedheden tegenover den aanvoerder der Protestanten verdienen geplaatst te worden. Dáár leze men, hoe het bekende arrest van het Parlement van Parijs, de courir sus aux Calvinistes de ongelukkige