hebben gevonden. Dit werk kwam bij losse bladen in het licht, waarvan er zesentwintig een deel uitmaken, gelijk thans voor ons ligt. Om de twee weken derhalve heeft men een net gedrukt en veel bevattend vel druks voor eenen in vergelijking slechts geringen prijs. En welke is de inhoud nu van de Huisvriend? Allerlei, Lezers, zoodat gij er voor den verschillendsten smaak voedsel zult kunnen vinden. Gij vindt er verhalen, beschouwingen, ernst en luim, merkwaardigheden van volken en landen, anecdoten, poëzij - wat gij dus slechts verlangen kunt. En in welken toon is dat alles? Gij kunt het gerust uwen huisgenooten in handen geven, Lezers. De Huisvriend sluipt met geene kwade bedoelingen binnen; hij komt niet, om de zedelijkheid te verpesten, om ligtzinnigheid aan te kweeken, om den geest met gruwelen gemeenzaam te maken en in de modderpoelen der diepste verdorvenheid rond te wroeten, gelijk zeker gedeelte der hedendaagsche literatuur van smaak (!!) ten oogmerk schijnt te hebben. Van dat alles hebt gij hier niets te vreezen; de Huisvriend heeft zijne roeping beter begrepen. Hij geeft u doorgaans onderhoudende lectuur, dikwijls, of in vrolijke luim of op ernstiger toon, een woord, waaruit nut is te trekken, of hij zoekt door mededeelingen van belangrijker aard uwe kennis van landen en volken te verrijken.
En wie is hij nu, die alzoo tot u komt? De Heer goeverneur staat als Verzamelaar op den titel, en zal ook wel menige bladzijde hebben geschreven; overigens verbergen bijna al zijne medewerkers zich achter anonymiteit. Mogen zij voortgaan den Huisvriend met hunne bijdragen te verrijken en zijne portefeuille met gewenschten voorraad te vullen! Eene beoordeeling van de afzonderlijke stukken verwachte men van ons niet. Het spreekt van zelf, dat het eene beter, het andere minder gelukt is; het aantal is ook zoo groot, dat wij slechts enkele dingen zouden kunnen noemen en omtrent andere onbillijk zouden zijn. Wij bepaalden ons daarom tot de opgave van den algemeenen inhoud dezer gemengde lectuur.
En nu, burgers in stad en land, zoo gij den Huisvriend in het vorige jaar nog geenen toegang in uwe woningen hebt verleend, wij durven u wel aansporen, om hem thans nog welkom te heeten en hem bij zijn geregeld bezoek vriendelijk te ontvangen. Hij is zich bij zijne eerste verschijning in dit jaar althans gelijk gebleven en geeft goede beloften voor het vervolg. Wij wenschen hem allen voorspoed op zijnen togt, en hopen, dat hij aanmoediging genoeg zal vinden, om zijne bezoeken voort te zetten. Hij behoeft deze; want bij dekleine som, die hij, ter goedmaking zijner kosten, van u eischt, is het noodig, dat hij een aantal woningen vinde, die hem opnemen. Hij zij dus bij dezen uwer welwillendheid aanbevolen. Hij is eenvoudig en netjes uitgedost, en doet zijne uitzenders ook in dat opzigt geene oneer.