stelling van het ligchaam kan de invloeden van buiten minder tegenstand bieden, en de werking van het inwendig maaksel geraakt ligt in verwarring en als in zichzelve belemmerd. ‘Eindelijk wordt de zilveren koorde ontketend en de gulden schaal in stukken gestooten en de kruik aan de sprenkader gebroken en het rad aan den bornput in stukken gestooten.’
De ouderdom wordt derhalve een leeftijd, die van zelf meer toezigt en voorzigtigheid vereischt. Dr. canstatt zegt: terwijl men nu de overige leeftijden zoo veel oplettendheid wijdt, schijnt de ouderdom veronachtzaamd te worden. Dit schijnt vooral den lateren tijd ten laste gelegd te kunnen worden; de oudere artsen schenen te dezen meer werk van den ouderdom te maken. Indien men echter de lijst der werken ex professo over de ziekten van den ouderdom, door Dr. canstatt medegedeeld, overziet, dan valt de oogst evenwel niet zoo bijster schraal uit. Hoe men nu daarover denken moge, hij wil zijnen tijd en zijne krachten besteden aan de overweging der ziekten van den ouderdom en derzelver genezing. Zijn voornemen is loffelijk; moge de uitvoering doel treffen!
De inhoud van het algemeene gedeelte, eerste Deel, bevat, na eene korte inleiding, eene lijst van werken en verhandelingen over de ziekten van den grijsaardsleeftijd, welke, zoo als wij reeds opmerkten, niet zoo geheel schraal te noemen is, wanneer men op den inhoud van sommige let. In het eerste Hoofdstuk worden de vragen op den voorgrond gesteld: wat is ouderdom? wat zijn ouderdomsziekten? Na kortelijk het moeijelijke der beantwoording van deze vragen aangetoond te hebben, komt de slotsom hierop neder: Hooge leeftijd is eenzelvig met de involutie zelve!! - De vertaling van dezen 7 den § is daarenboven niet zeer gelukkig te noemen.
Het tweede Hoofdstuk is aan de algemeene Anatomie en Physiologie des hoogen leeftijds gewijd. Hier leert men beter den hoogen ouderdom kennen, dan door het gezegde: hij is eenzelvig met de involutie zelve. De ontleedkunde, de weefselleer ligt ten grondslag van deze be-