studie. Verneemt men al nu en dan eene stem, het is als ter loops. Maar hier worden ons resultaten medegedeeld van grondige onderzoekingen, bevattelijk ook voor hen, die niet bepaald van het Oostersch hun vak maken, noch hun leven wijden aan de verklaring en beschouwing der schriften van het Oude Testament.
De prophetie van joël wordt het eerst behandeld. Na eene Inleiding, waarin de aanleiding tot de zending van den Propheet, zijn persoon en leeftijd, de wijze waarop men deze prophetiën heeft verklaard, en joël bijzonder als Propheet, beschouwd worden, volgt de overzetting en verklaring dezer prophetie. De Schrijver verdeelt haar in twee deelen, van Hoofdst. I:1 tot II:17, en van II:18 tot III:21. Onder den tekst staan in twee kolommen de aanteekeningen. Hij gaat van de vooronderstelling uit, dat joël's prophetie alleen op de sprinkhanen-plaag betrekking heeft, en elke beeldsprakige of dubbelzinnige verklaring tegen den geest dezer prophetie zelven strijdt, eene vooronderstelling, welke, met de noodige bewijzen gestaafd, te regt als de alleen ware wordt voorgesteld.
Hierop volgt de prophetie van amos. In de Inleiding handelt de Schrijver over den persoon van amos, over zijn' leeftijd, over de verzameling zijner redenen, en over het eigenaardige zijner prophetiën, waarop wederom, gelijk bij joël, de vertaling volgt, met daaronder gevoegde aanteekeningen. De Schrijver onderscheidt in amos' bundel twee Hoofddeelen; het eerste deel omvat de zes eerste, het tweede de overige Hoofdstukken. Dit eerste deel bevat dan vier redenen, I-II, III-IV, V, en VI. Het tweede deel bevat twee redenen, VII-VIII:3, en VIII:4-IX.
Eindelijk de prophetie van obadja, over wiens leeftijd in de Inleiding een zeer grondig onderzoek wordt in het werk gesteld, waarna de overzetting en verklaring der prophetie volgt.
In de eerste plaats zouden wij gaarne weten, wie de Schrijver is van dit geleerde werk. Indien wij het gerucht gelooven moeten, dan hebben wij het resultaat in handen der wetenschappelijke onderzoekingen van twee Doctoren