gelijk is. Wij kunnen ons dan ook niet anders voorstellen, of vroeger of later zal hij van de Groningsche zijde uitvoerig beantwoord worden. De Groningsche school zelve heeft vroeger den Heer elout c.s. uitgedaagd tot geleerde polemiek. Nu zij eene dergelijke uitdaging ontvangt, kan zij immers niet terugtreden? Dit zou voor hare vijanden bijna den schijn hebben, als had zij reden, voor den uitslag van den strijd te vreezen?
No. 2 schijnt dan ook wel gedeeltelijk van de Groningsche zijde te zijn uitgegaan, althans met de geestesrigting van het aangevallen tijdschrift in kennelijk verband te staan. Of de Schrijver Jurist of Theoloog is, weten wij niet: op geen van beider grondgebied is hij een vreemdeling te achten. Hij zelf erkent de betrekkelijk goede zijde van da costa's geschrift, bl. 2, en volgt hem van stuk tot stuk. In No. 1, gelooven en doen getiteld, moeten wij ons geheel aan zijne zijde scharen, daar dit zeker de eenzijdigste voorstelling in da costa's brochure bevat, en daarom ook niet door ons onder het goede, dat hem kenmerkte, moet worden opgegeven. Bladz. 10-16 wordt echter nog al heel wat tot de onverschillige, althans min belangrijke leerstukken gebragt. Bijzondere opmerking verdient, wat ter wederlegging van da costa's uitleggingswijze in het midden gebragt wordt. Even als da costa (die plaatsen, als 1 Tim. III:16, 1 Joh. V:20, Hand. XX:28 en andere, stilzwijgend voorbijging) is de Schrijver van gevoelen, dat men de bewijzen niet tellen, maar wegen moet. Hij wijst aan, (en zie hier de zenuw van zijn betoog tegen da costa) dat de verklaring niet alleen grammaticaal, maar te gelijk logisch moet wezen. Het hermeneutisch onderscheid tusschen sensus en significatio geeft hem scherpe wapenen in de handen. De regels van restrictie der Exegese, die voor da costa, als Jurist, moeten gelden, worden aan de hand van donellus, ulpianus en anderen ontwikkeld, en vervolgens overgebragt op het grondgebied van het N.T. - Alzoo ontvangt de Groningsche verklaring van Joh. I:1 een' hoogstbelangrijken steun. Ten slotte geeft de Schrijver, met