Treffende menschkundige opmerkingen.
Eerst dàn, wanneer de koude hand des doods een' geliefden bloedverwant aan onze aardsche omhelzing heeft ontrukt, houdt zich onze geest dikmaler bezig met het denken aan eene hoogere, onzigtbare orde der dingen.
Het huwelijk is eene lange reis: men moet er zich naar zetten, op den weg bloemen en doornen te vinden, lagchende vlakten en afgronden; men moet niet gemelijk worden, wanneer digte nevel en stormen op heldere dagen volgen. - Jonge reizigers! vergeet niet, dat men het veiligst wandelt, de vermoeijenis het best trotseert, de gevaren het gemakkelijkst overwint, wanneer men omwegen vermijdt, en inzonderheid zoo veel mogelijk zonder praal reist. Een schitterend gevolg voert ons dikwijls van den regten weg ter zijde af, en scheidt hen van elkander, die te zamen reizen. De grootste eenvoudigheid geleidt u zekerder tot het doel van waren levensvrede. Elk drage hier zijn pakje; zoo komt men eindelijk, elkander wederzijds ondersteunende, ter gewenschte plaatse aan, en zegent nog met brekende oogen het zalig verbond.
Het verlies eener moeder doet zich steeds sterk gevoelen. Zelfs wanneer hare gezondheid haar buiten staat stelt, om eenig werkzaam deel in de zorg voor het huishouden te nemen, is en blijft zij nogtans een liefelijk vereenigingspunt, in hetwelk genegenheid en gehoorzaamheid en eene menigte teedere bemoeijingen zamenvloeijen; en akelig is het ledig, bij het wegvallen van zulk een vereenigingspunt. Het is gelijk aan die eenzame star voor ons: noch licht noch warmte ontleent zij van zichzelve; maar den herder zou het wee doen, zoo hij haar miste, wanneer hij zijne oogen, bij het ondergaan der zonne, naar de kruin des bergs verhief, boven welken zij verrijst.