de punten, waar de vier groote straten elkander doorsnijden. Elk dier gedenkteekenen bestaat uit eenen hoofdboog en twee kleinere bogen daarnevens. Zij zijn met levendige kleuren en goud beschilderd en gelakt, even als de huizen. Deels zijn zij aan de gedachtenis van mannen gewijd, die zich verdienstelijk bij het vaderland gemaakt hebben, deels ook aan die van lieden, wier eenige roem in den langen duur huns levens bestaan heeft. Rondom deze bogen ziet men eene menigte van kramen, stalletjes en tenten, waarin thee, ooft en gekookte rijst verkocht worden. Voorts staan hier trek- en schuifkarren met moesgroenten, tusschen welke de koopers zich henendringen, en hier en daar ook markttheaters, waarop waarzeggers, goochelaars en poetsenmakers hunne kunsten ten toon spreiden. Men vindt derhalve hier vereenigd hetgeen zich bij ons als dagelijksche en jaarmarkt onderscheidt. Tot vergrooting der verscheidenheid van dit schouwspel verschijnen soms lange treinen van kameelen, die met kolen uit Tartarije komen, en zich reeds van verre door het geklingel hunner schelletjes aankondigen; voorts drommen van lieden, die, onder luidruchtig weegeklag, doodkisten verzellen, en wederom andere hoopen, welke, onder het geluid eener schelle muzijk, eene bruid aan haren bruidegom te gemoet voeren. Het merkwaardigste gebouw in deze reusachtige stad is het keizerlijk paleis, welks pracht niet zoozeer in deszelfs edele en smaakvolle bouworde bestaat, als wel in de menigte huizen, pleinen en tuinen, waaruit het zamengesteld is. Het vormt een langwerpig vierkant van ongeveer 25 minuten gaans in de rigting van het zuiden naar het noorden, en van een groot kwartier uur gaans in die van het oosten naar het westen. Het bevat, gelijk wij reeds aangemerkt hebben, behalve de woningen van den Keizer en het hof, ook die der Ministers en de vergaderplaatsen der overheden van regtsoefening en staatsbestuur. Deze stad in de stad is door eene breede gracht omgeven, over welke
eene zonderlinge brug, welke de gedaante van eenen draak heeft, tot overgang dient. De voeten van den draak vormen de steunpilaren, het lijf den middelsten, kop en staart de beide andere bogen. Deze brug is van zwarten steen gebouwd, waarvan de blokken zoo naauwkeurig zijn zaamgevoegd, dat het geheel uit een enkel stuk schijnt te bestaan. Tot den keizerlijken hofstoet behooren de talrijke handwerkslieden, die voor het hof des