Mogt het zóó allen verleiders der ontschuld gaan!
Een rentenier in de straat des Moineaux te Parijs werd onlangs, op eene geheimvolle wijze, voor zijn schandelijk gedrag omtrent een meisje gestraft, dat door hem verleid was. Het ongelukkige voorwerp kwam op zekeren avond laat tot hem, smeekende om eene schuilplaats bij hare kort op handen zijnde bevalling. De verleider wierp haar op straat en de deur achter haar toe. Een onbekende voorbijganger zag haar weenen, vernam naar haar en het gebeurde, en bragt vervolgens de hulpelooze verstootene naar eene vroedvrouw, waar hij haar deed opnemen en verzorgen, en alles vooruitbetaalde. Op een' zondag kwam de Heer N*** des morgens ten 6 ure van een bal, en vond de deur zijner kamer open. De pendule was verdwenen, bureau en laden opengebroken, en zilverwerk zoo wel, als een deel der bankbriefjes, uit zijn' schrijflessenaar medegenomen. Voor den spiegel stak een blad papier, waarop geschreven stond:
De Heer N*** debet aan ***
Voor de verlossing eener jongedochter, benevens andere onvermijdelijke onkosten |
150 fr. |
Luijermand en andere benoodigdheden voor het kind |
60 fr. |
Zes maanden aan de min vooruitbetaald |
120 fr. |
Onkosten voor het innen der gelden, valsche sleutels enz. enz. |
100 fr. |
|
_____ |
Somma |
430 fr. |
Voldaan, in goederen zoo wel, als in gelde,....., 1843. |