Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1843
(1843)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijGevoelen van dr. Reimann over testamentmaken en geestelijke voorbereiding bij doodkranken.Er bestaat (zoo schrijft een Duitscher, Dr. reimann) geene verkeerder aanmatiging onder Artsen, dan stelligerwijs te beslissen, of een kranke al dan niet te genezen zij. Ook de ervarenste Geneesheer vermag het niet, wetenschappelijk te bezweren, dat een lijk werkelijk een lijk is, tenzij de waarachtige kenteekenen van ontbinding daar zijn. Geen sterveling heeft de diepten der menschelijke natuur en hare onuitputtelijke hulpmiddelen en hulpbronnen van leven, van behoud, hare innerlijke, geheimvolle, physiologische werkzaamheid gepeild of doorzien. Wat kan, wat behoort hij meer of anders, dan die natuur bespieden, hare pogingen tot behoud voorzigtig te hulp komen, en op deze zoo lang vertrouwen, deze zoo lang bij den kranke levendig houden, als hij ademt? De hoop, de hoop is, physiologisch beschouwd, de magtigste Arts. Zoo lang de mensch nog hoopt, leeft er eene behoudende, zegenende, aanblazende kracht in hem. Ontroof hem deze, en gij blaast de vonk des levens uit. Daarom acht ik het, in de meeste gevallen, een middellijk ombrengen, den kranke zijn testament te doen maken (hetwelk bij gezondheid behoort te geschieden) en hem door een' Geestelijke bepaaldelijk tot sterven te laten voorbereiden. Heeft een kranke zijn testament gemaakt, zoo gelooft hij niet meer aan het leven, en dat ongeloof doodt hem. Wanneer de Geestelijke, op zoo even aangeduide wijze, aan het ziekbed verschijnt, vaart de schrik des doods den kranke door de leden; het licht der hoop verduistert geheel; de levenskracht krimpt zamen; slechts de ééne moordende gedachte des doods trilt door het verzwakte ligchaam; nu is 't uit: de Geestelijke bragt hem den dood! Alleen dàn, wanneer de zieke zelf, uit eigene beweging en bij volkomene zelfbewustheid, verlangt, zijnen uitersten wil te maken, of geestelijke toespraak, in den boven omschreven zin, dringend begeert, | |
[pagina 106]
| |
worde zulks vergund.Ga naar voetnoot(*) De ware Geneeskunst is die, van den kranke alle doodsgedachten, alle treurigheid, alle smart te verwijderen, door een blijmoedig gelaat en liefderijke, opbeurende bejegening de levenwekkende kracht der hoop in hem te behouden en te versterken. Gaat dan evenwel het levenslicht uit, zoo geschiedt zulks door natuurlijke oorzaken. Zoo lang der natuur nog één middel overblijft, om de vonk des levens weder aan te blazen, wordt het door de hoop op het leven geschraagd. Geen mensch sterft gaarne - dat is natuurwet. |
|