Hoofdstuk, over de slavernij der Negers handelende, geeft de Heer lans een overzigt van de landen, waar de slavernij heerscht, de wijze hoe en wanneer de Negerslaven uit Afrika in Amerika zijn gekomen, de gevolgen, welke hieruit ontsproten; het sedert gedane verbod van den uitvoer der Negerslaven uit Afrika, alsmede wat de uitwerkselen van dien maatregel zijn geweest; terwijl de Schrijver verder opgeeft, wat zoude kunnen worden gedaan, om weder Negers (maar als vrije menschen) in de koloniën te bekomen, en welke voordeelen dit zoo wel voor hen als voor de koloniën zelve zoude opleveren. Het derde Hoofdstuk handelt over de vrije bevolking van Suriname, en doet ons de weinige industrie, die dáár bestaat, kennen, en het aantal inboorlingen, welke zonder geregelde middelen van bestaan leven, met opgave der hulpmiddelen hiertegen. Het vierde Hoofdstuk, over de bestaande productie en mogelijke verbeteringen handelende, geeft een ruim veld van nadenken voor de eigenaren, over hetgeen er al kan verbeterd worden. De Schrijver geeft hoog op van de voordeelen, welke eene fabrijk, naar het stelsel van de heeren derosne en cail ingerigt, zoude opleveren, en staaft dit met eenige bewijzen. Ref. herinnert zich, dat in het afgeloopen jaar stoomwerktuigen uit die fabrijk naar Oost-Indië zijn gezonden met het schip de IJssel, gezagvoerder c.j.a. verbrug. Na het suikerriet afgehandeld te hebben, gaat de Schrijver tot het opgeven van eenige verbeteringen in de cultuur van katoen, indigo en kakao; zoo mede rept hij een enkel woord over de toekomst der koffijplantaadjen. Over de vermenigvuldiging van het horenvee, als in een naauw verband staande met den landbouw, en over de voordeelen, welke hetzelve zoude aanbieden, wordt in het vijfde Hoofdstuk geschreven.
Het zesde behandelt onderscheidene nieuwe takken van nijverheid, als daar zijn Rijst, Bromelia-hennep of vlas, Quassiehout, Balsem Copaïva, Vanielje, Cortex Simarouba, Tonkaboonen, Caoutchouc, Bananenhennep, Soda of Barilla, fijn Vlechtwerk, onderscheidene Gommen en Harsten, Geststof, Verwstoffen, Arrowroot, Olieën, Gember en Curcuma, Opium, Zijdeteelt, Cochenielje, Geneeskundige Kruiden, Oranje- en Citroenboomen. Het zevende Hoofdsuk behelst een onderzoek naar de oorzaken van de vermindering der slavenbevolking. De Schrijver beweert, dat de voornaamste oorzaak te zoeken is in de wijze van voeding, en geeft daar-