De nasporingen van morgagni hebben reeds een groot verschil aangewezen omtrent de veranderde gesteldheid van sommige gedeelten der hersenen, welke den dood door zoogenoemde beroerte ten gevolge hebben, maar zij zijn grootendeels onvruchtbaar gebleven voor eene betere onderscheiding ter herkenning van de veranderingen, welke onder zulke omstandigheden in de hersens kunnen plaats hebben. Men is aan vele der latere schrijvers, vooral aan de Fransche, en onder dezen aan lallemand, veel dank verschuldigd voor de door hen aangewende pogingen, om, op grond van een naauwkeurig ontleedkundig onderzoek, eene betere orde in de tot dusverre bestaan hebbende verwarring van denkbeelden te brengen. De Schrijver wil, op het voetspoor van legroux, ook het zijne bijdragen, om, kan het zijn, eenig licht te verspreiden over de bloedstortingen in de hersens, haemorrhagia cerebri; welke nu meer bepaalde vorm vroeger ook onder den algemeenen naam van beroerte, meer bepaald met den naam van apoplexia sanguinea, werd voorgesteld.
Hij vervolgt dit onderwerp in eenige Hoofdstukken met eene beschouwing en onderdeeling van dezen ziektevorm. Hij gaat de veranderingen in de weefsels na, door den dood zigtbaar geworden, waaruit tevens kan blijken, welke deelen aangetast worden. Men ziet daaruit, dat vele gedeelten der hersenen door bloedstorting getroffen kunnen worden. Hij spreekt verder van de oorzaken en zoekt naar de waarschijnlijke redenen dezer ziekte. - De Schrijver zelf erkent de moeijelijkheid van dit onderzoek. Niet ongelukkig heeft hij echter eenen goeden weg tot dit onderzoek ingeslagen. Hij tracht den oorsprong van deze ziekte uit te vorschen. Hij zoekt dien in bloedaandrang, ziekelijke gesteldheid der vaatwanden, en te geringen zamenhang der bloedmenging. - In eene tweede onderafdeeling van dit Hoofdstuk tracht de Schrijver de verschijnsels op te helderen en het verband tusschen deze en de krenking der hersens. - Het zesde Hoofdstuk, hieraan gewijd, is uitvoerig bewerkt; het draagt blijken van een goed oordeel op waarschijnlijk eigen onderzoek onder de leiding of ten