Iets over de gemengde Huwelijken en de godsdienstige opvoeding der kinderen uit dezelve; en over de noodzakelijkheid, dat ook door de Nederlandsche wetgeving hierin voorzien worde. Te Amsterdam, bij A.B. Saakes. 1843. In gr. 8vo. 28 bl. f : - 30.
De Schrijver van dit stukje toont op eene gematigde, en tevens ernstige wijze aan, dat de belangrijke zaak der gemengde huwelijken dringend voorziening vordert, omdat, door het hier te lande, bij gebrek aan wettelijke bepalingen, bestaande, de regten der Protestanten worden verkort en de Katholijke partij veel vooruit heeft. Hij wil, dat de aanstaande echtgenooten bij wettige acte zullen verklaren, dat de kinderen, die uit het te sluiten huwelijk zullen geboren worden, naarmate van het geslacht de belijdenis van den vader of van de moeder zullen volgen, dat daarvan aan de geestelijken der respective kerkgenootschappen, waartoe de echtgenooten behooren, kennis zal worden gegeven, met strafbepaling tegen het tegenwerken van de nakoming der verbindtenis, en dat partijen voor éénmaal, weder bij contract, de gemaakte bepaling zullen mogen vernietigen. Oppervlakkig komt ons dit zeer doelmatig voor, en wij vereenigen ons in allen gevalle met den wensch des Schrijvers, ‘dat alle de hooge Kerkbesturen der Protestantsche kerk op het daarstellen van eene wet op de gemengde huwelijken aandringen, en dat Regts- en Godgeleerden hiertoe hunne bekwaamheden en hunne pen leenen, om het grondwettig regt der Protestanten, en niets meer dan hun regt in deze, te betoogen’
Intusschen, de gemengde huwelijken zijn wel niet te verbieden, maar toch zeer te ontraden. Daarom wil de