De Dochters van den President. Verhaal van eene Gouvernante, door F. Bremer. Te Groningen, bij W. van Boekeren. 1842. In gr. 8vo. 340 bl. f 3 - :
Huiselijk leven, huiselijke deugden, huiselijke tooneelen worden ook in dezen Roman der gunstig bekende Schrijfster con amore geschilderd. Zij heeft iets goedhartigs, eenvoudigs, regt vrouwelijks, waardoor men haar lief krijgt om hare schilderingen. Het is waar, en wij hebben deze aanmerking meer op hare romans hooren maken, zij teekent het huiselijk leven al te geïdealiseerd; maar het zijn dan toch bekoorlijke idealen. De overprikkelde smaak in zonderlinge uitkomsten, geweldige hartstogten, schrikkelijke ontknoopingen zal zich teleurgesteld, en de Romans, ook dezen, van frederike bremer, vervelend vinden; maar lezeressen van gezond verstand en onvervalscht gevoel, die lezen tot veredeling van hart en zin, met dat oordeel in geenen deele instemmen. De trant der Schrijfster is bekend genoeg; ook dit voortbrengsel harer pen zal het wel reeds aan velen zijn, waarom wij met deze eenvoudige aanprijzing kunnen volstaan.