Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1843

Vaders en Zonen, een Verhaal uit den tegenwoordigen tijd. Naar het Engelsch van Theodore L. Hook. II Deelen. Te Amsterdam bij M.H. Binger. 1843. In gr. 8vo. 724 bl. f 7-20.

Als romanschrijver bekleedt hook bij de Engelschen eene plaats nevens walter scott, bulwer en james, ofschoon zijne manier van de drie zoo even genoemde schrijvers in zeer vele opzigten geheel en al verschilt, terwijl zij nogtans van ieder dezer drie weder iets heeft, waarin zij met hunne manier overeenkomt. Doch daar hij eigenlijk meer humorist dan raisonneur is, zou hij, onzes oordeels, beter met dickens, bij het romanlievend publiek thans den man van den dag, vergeleken kunnen worden. Hoe dat ook moge wezen, zijne romans, van welke reeds, behalve dezen, een of twee in onze taal zijn overgebragt - Rec. las ze bijna alle in het oorspronkelijke - behooren tot die weinige, welke men niet alleen met genoegen, maar ook wezentlijk met nut - voor zoo ver het menschen- en karakterkennis betreft - lezen kan, en waarin volstrekt niets zedenkwet-

[p. 615]

sends gevonden wordt. Den hier aangekondigden roman zal het voorzeker ook onder ons aan geene lezers - voor den Uitgever wenschen wij: ook aan geene koopers - ontbreken. Hij is zeer goed geschreven en geenszins slordig vertaald, eenige weinige onnaauwkeurigheden uitgezonderd, die echter der moeite van het opteekenen niet waardig zijn. Intusschen komt het ons voor, dat de beide deelen niet door denzelfden vertaler zijn overgebragt, althans, het tweede is, over het geheel, veel beter gelukt dan het eerste. Is nu alles van dezelfde hand, dan getuigt het laatste deel ten minste van gemaakte vorderingen in de vertaalkunst, en in zoo verre komt den Vertaler lof toe. - Om den lezer het genoegen van het nieuwe en verrassende niet te benemen, deelen wij hier niets van den inhoud mede, maar verzekeren hem opregt, dat hij met deze Vaders en Zonen menig aangenaam uurtje slijten zal.