De Groninger Landbouwer en zijn vak, van vroegeren en van den tegenwoordigen tijd, alsmede zijne plannen en uitzigten voor de toekomst; of wenken tot een nuttig leven, door J.F. Zijlker, Landbouwer te Nieuw-Beerta. Te Groningen, bij J.B. Wolters. 1843. In gr. 8vo. 78 bl. f : - 80.
De naaste aanleiding tot de uitgave van dit stukje ligt in de oprigting, in de gemeente Beerta, van eene onderafdeeling van het te Onderdendam gevestigde Genootschap ter bevordering van nijverheid. Jammer is het echter, dat de, naar het ons toeschijnt, in zijn vak zeer kundige zijlker zich in de Voorrede, die bijna de helft van het stukje beslaat, niet heeft wederhouden van uitvallen en personaliteiten, waarin het grooter publiek geen het minste belang stelt. Beter hadde hij gedaan, met die door te schrappen, gelijk hij, blijkens eene aanteekening op bladz. 10 de bijzonderheden weggelaten heeft, welke aanleiding gegeven hebben, dat hij de eerste voorlezing bij de vermelde oprigting niet gehouden heeft. Deze voorlezing nu maakt het eigenlijke ligchaam van dit geschriftje uit. Veel is er in, van plaatselijk belang en toepassing; vele wenken echter ook, die elders behartiging verdienen. Doch het geheel is te locaal, dan dat wij er meer dan eene korte aankondiging aan kunnen geven. Taal en stijl verdienen lof - eenen hoogen zelfs, wanneer men den maatschappelijken stand van den Schrijver in het oog houdt.