Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1843
(1843)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijDe geneeskracht en wijze van gebruik van het Zwavelbad bij Bentheim; opgesteld voor Geneeskundigen en beschaafde Badgasten, door Dr. H. Aschendorf, K. Hannov. Hofmedicus enz. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1842. In kl. 8vo. VIII, 104 bl. f 1 - :Wijlen de beroemde Hoogleeraar e.j. thomassen a thuessink heeft spoedig achter elkander twee bronnen bezocht, welke, in onze nabuurschap gelegen, voor ons van nut zouden kunnen worden. Hij gaf eerst een berigt over de staalbron te Cleef.Ga naar voetnoot(*) Daarna bezocht hij de ook in vergetelheid geraakte bron te Bentheim.Ga naar voetnoot(†) Dit laat- | |
[pagina 449]
| |
ste bezoek heeft een beter gevolg gehad dan het eerste. Te Cleef schijnt tot dusverre alles nog bij het oude gebleven te zijn. Te Bentheim daarentegen heeft men de gegevene wenken niet verwaarloosd; men heeft sedert daarvan reeds ruime vruchten geplukt. Na eenigen tijd deelde de Heer thuessink ook een berigt omtrent de inrigting van het badhuis mede. Hij gaf verder verslag van eenige geneeskundige waarnemingen over de kracht van het water.Ga naar voetnoot(*) Jaarlijks wordt Nederland nu verwittigd, wanneer het badsaizoen te Bentheim beginnen zal. Deze badplaats vindt dus bij ons een' grooten steun. Men mag er bijvoegen, dat de bron aan veler verwachting voldoet en men er baat en herstelling vindt. Vroeger heeft, indien wij ons dit wèl herinneren, de tegenwoordige Hoogleeraar plagge, te Giesen, een boekje over de Bentheimsche baden uitgegeven, toen hij bij dezelve als Badarts aangesteld was. Dr. aschendorf, te Gildehaus als Arts gevestigd, die thans deze betrekking waarneemt, heeft het noodig geoordeeld, de aandacht van Geneeskundigen en van beschaafde badgasten op nieuw op de geneeskracht en de wijze van gebruik van het zwavelbad te vestigen. Het boekje moet voor de laatsten tot gids en handleiding dienen. Na eene inleiding over de werking en geneeskracht der baden in het algemeen, gaat de Schrijver tot die van het Bentheimer zwavelwater, mede in het algemeen, over. De inleiding had de Schrijver kunnen achterwege laten; want een algemeen vertoog over de werking en geneeskracht der baden behoort op eene breedere schaal bewerkt te worden. In Hoofdstuk III wordt de werking van het Bentheimer zwavelwater tegen bepaalde ziekten geroemd. Er schieten slechts weinige over, op welke het niet zoude werken! Hoofdst. IV-VII geeft eene handleiding tot hetgeen bij het baden dient in acht genomen te worden. Hoofdst. VIII behelst een natuur- en | |
[pagina 450]
| |
scheikundig onderzoek der baden; terwijl het werkje met eenige geschiedkundige en plaatselijke aanteekeningen over Bentheim besloten wordt. Door Prof. thuessink waren wij reeds vrij wel met Bentheim bekend. Er bestond dus geene eigenlijke behoefte aan dit boekje. De beoordeeling omtrent het noodzakelijk gebruik dezer baden voor eenen lijder behoort aan den Arts overgelaten te worden. De wijze van gebruik enz. wordt het best op de plaats door den aldaar aanwezigen Arts geregeld. Intusschen strekke het tot eene herinnering aan eene badplaats, welke onderscheiding verdient van wege de goede diensten, welke het water in die ziekten bewijst, voor welke het inderdaad geschikt is. Daar de jicht bij ons nog al te huis hoort, is het goed, een werkdadig middel daartegen in de nabijheid te hebben. |
|