gegeven, in goeden stijl gesteld is en zich met genoegen en belangstelling laat lezen. Het bevat de geschiedenis van het geheele plan. In de eerste afdeeling vindt men de aanleiding tot hetzelve en de voorbereidende middelen, om tot de uitvoering te geraken. Het is bekend, dat het Vlissingsche departement der Maatschappij: Tot Nut van 't Algemeen het voorstel van een paar van deszelfs leden, om pogingen te doen ter oprigting van een gedenkteeken voor de ruyter, met algemeenen bijval ontving. Ongelukkig was het tijdstip, waarop de terstond benoemde Commissie hare werkzaamheden moest beginnen. Het jaar 1830 was te rampspoedig, dan dat er met eenige vrucht tot het ondernemen van soortgelijke plannen kon gearbeid worden, en verwonderen kan het ons niet, dat eerst in 1836 eenig verslag van voorloopige werkzaamheden te geven was. Dit verslag was van dien aard, dat men overging tot het in 't werk stellen van pogingen, om de vereischte gelden bijeen te brengen, eerst onder de leden van de Maatschappij, wier afdeeling het eerste plan had geopperd, later in het algemeen door uitnoodiging tot bijdragen aan alle landgenooten. Men vond zich in zijne verwachting niet bedrogen, en mogt zich weldra in genoegzame ondersteuning verheugen, om dadelijk te kunnen overgaan tot de werkzaamheden ter oprigting zelve van het gewenschte Standbeeld.
Wat de Commissie te dien opzigte gedaan heeft, het beginsel, vanwaar zij is uitgegaan, dat het gedenkteeken voor de ruyter ook een gedenkteeken van nationale kunst behoorde te zijn, de wijze, waarop zij gehandeld heeft bij de moeijelijkheden, waarmede zij had te strijden, en de gelukkige uitslag, waarmede hare pogingen ten slotte bekroond zijn, dat alles wordt hier vermeld, en kan niet anders dan de goedkeuring wegdragen van allen, die in de vereering van onzen grooten Zeeheld eenig belang stellen. Ieder, die het standbeeld gezien heeft, door den bekwamen royer vervaardigd, erkent de schoonheid en gepastheid van dit gedenkstuk, als eene waardige hulde, den grooten man toegebragt. Dank zij der Commissie, die met zoo veel zorg en belangeloozen ijver alles heeft voorbereid voor de plegtige feestviering, waarbij het Standbeeld eindelijk werd ontbloot!
In de derde afdeeling vinden wij eene uitvoerige beschrijving van die feestviering zelve. Zij was eene echt vader-