bestuur, niet in werking gekomen is. Wij verheugen ons daarom, dat Prof. vreede zich de moeite heeft getroost, de stukken te verzamelen en met eene Voorrede te verrijken, welke wij thans als eerste deel van zijn werk aankondigen, en waarvan wij hopen het vervolg weldra te ontvangen. Bij de beoordeeling van dien vroeger verrigten arbeid door een aantal kundige, verdienstelijke en beroemde mannen van dien tijd vergete men echter niet, dat het leger toen bijna geheel uit vreemdelingen, en wel uit zoodanigen, die aan eene vrij willekeurige behandeling gewoon waren, bestond; terwijl daarentegen de krijgsmagt van den Staat tegenwoordig, over het geheel genomen, uit Nederlanders is zamengesteld. Billijk mag men dus eene nog mildere wetgeving verwachten, dan waarvoor men in lodewijk's tijd het leger rijp kon keuren. En echter in dien tijd waren de slagen, hetzij als maatregel van krijgstucht, hetzij als straf, verworpen. Wij zijn dus na 1813 niet vooruitgegaan. Men vergelijke den catalogus der straffen in:
Crimineel Wetboek voor het Krijgsvolk te Lande (8 Julij 1807.) |
Crimineel Wetboek voor het Krijgsvolk te Lande (15 Maart 1815.) |
Tweede kapittel. Art. 11. |
Art. 26. |
|
De Militaire straffen zijn de volgende, als:
1o. | De straffe des doods. |
2o. | Die van gevangenis of confinement. |
3o. | Die van cassatie. |
4o. | Die van arrest of detentie. |
|
De straffen, bij dit Wetboek als Militaire straffen vastgesteld, zijn:
1o. | De straf des doods met den kogel. |
2o. | De kruiwagen (eigenlijk eene galeiboevenstraf, die wordt uitgesproken, maar in 't wezen der zaak nooit ten uitvoer gelegd, derhalve stellig af te schaffen.) |
3o. | De cassatie. |
4o. | De slagen met het wegjagen uit de dienst als een' eerloozen schelm. |
5o. | De slagen met het afnemen der kokarde en arrest of detentie. |
|
(En in Art. 14 ontslag en suspensie.) |
|