den verkiezen ambtenaars-aristokratie. Bij deze gelegenheid, ofschoon niet onmiddellijk tot ons onderwerp behoorende, valt ons, door eene niet onnatuurlijke aaneenschakeling van denkbeelden, de vraag in: Waarom schrijft men in onze taal de woorden van Griekschen oorsprong met eene c, b.v. aristocratie, en die van Latijnschen oorsprong met eene k, b.v. klasse?
De Schrijver legt ook eene verregaande onbekendheid aan den dag met de godsdienstige denkwijze van alle Protestanten, zonder uitzondering, daar hij eenen methodistischen prediker onder het bidden met een kruisifiks laat manoeuvréren. Moge dit misschien nog eenigzins verschoonlijk zijn in een' Schrijver, die geene Protestanten van nabij kent, een Vertaler, die voor het Nederlandsch publiek werkzaam is, behoort zoo iets te corrigéren of ten minste niet onaangemerkt te laten. Ofschoon wij, om het aangemerkte, dezen roman juist niet als een model wenschen nagevolgd te zien, ontkennen wij niet, dat vele avontuurlijke voorvallen en ontmoetingen, vele naar waarheid verhaalde gebeurtenissen der geschiedenis van de Zuid-Amerikaansche Vrijstaten ons over het geheel het werk met genoegen hebben doen lezen. Daar het nu ook niets schadelijks voor de goede zeden behelst, meenen wij het gelijk te mogen stellen met zoo vele andere werken, die, indien al niet door hunne belangrijkheid, dan toch op eene negatieve wijze nuttig zijn, door, zonder schade te veroorzaken, voedsel te verschaffen aan den heerschenden leeslust.