Wij hebben het werkje met aandacht gelezen, en aarzelen geenszins, hetzelve aan de behartiging van allen, die in de tuinkunst belang stellen of daarvan hunne bezigheid maken, met ruimte aan te bevelen. Reeds de naam van den Schrijver, met lof in de wetenschap bekend, strekt tot eene aanbeveling. De vertaling komt ons voor, over 't geheel met zorg te zijn uitgevoerd; tot eene grondige beoordeeling echter ontbreekt ons de vergelijking met het oorspronkelijke, 't welk niet in onze handen is. Enkele bijzonderheden en kleine aanmerkingen voegen wij hier slechts ter loops bij, niet zoo zeer om den Vertaler te doen zien, dat wij zijn werk naauwkeurig doorlazen, dan wel om hem bij een' mogelijken tweeden druk van eenige dienst te zijn.
Bl. 3, reg. 4 en 5: ‘terwijl bovendien zoodanige beschouwingen geene, tenzij onmiddellijke betrekking hebben tot derzelver dagelijksche werkzaamheden.’ Hier vordert de zamenhang en het verband blijkbaar middellijke betrekking, in plaats van onmiddellijke betrekking. Het woord indirect zal waarschijnlijk tot deze feil aanleiding gegeven hebben.
Bl. 10, reg. 4-7: ‘De warmte schijnt het levensbeginsel in werking te brengen; de lucht, welke bevat is in de ontelbare, slechts door den microskoop waar te nemene, doet de holten van het zaad uitzetten,’ enz. Behalve het onaangename der woordschikking in het ‘slechts door den microskoop waar te nemene,’ mishaagt ons ook de schrijfwijze microskoop, waarvoor elders microscoop gelezen wordt, terwijl met evenveel regt mikroskoop kan geschreven worden; eindelijk ontbreekt, achter het bijvoegelijk naamwoord ontelbare, een zelfstandig naamwoord, waarop het slaan moet, waarschijnlijk: holten of cellen.
Bl. 54, reg. 2-4: ‘Tot voortplanting, namelijk door het voortbrengen van knoppen uit derzelver oppervlakte, kunnen slechts weinige planten dienen.’ Hier moet, voor het woord planten, zoo het schijnt, bladeren gelezen worden.
Bl. 67, reg. 7, 8: ‘De laatsten kunnen vruchtbaar