op de Catholijke Nederlandsche Stemmen, No. 42 van 15 October 1842, bl. 340: ‘Het Kerkbestuur der Catholijken in ons vaderland is eene Missie in negen van de elf provinciën; terwijl Noord-Braband door Vicarii Apostolici bestuurd wordt, wat nu ook met Limburg het geval is. Zoo wel de Vice Superior der Nederlandsche Missie, als de Vicarii Apostolici, besturen het Nederlandsch gedeelte der Catholijke Kerk, niet met een eigen Bisschoppelijk gezag, maar met een geleend gezag, dat revocabel is, en ieder oogenblik kan ingetrokken worden. De H. Vader is de eigenlijke Ordinaris, de Opper-Pastoor, de Bisschop der Nederlandsche Catholijken. Zoo wel de Vice-Superior als de Vicarii Apostolici zijn enkel zijne gedelegeerden, en kunnen zonder den H. Vader, zonder zijne uitdrukkelijke vergunning, zelfs geene dispensatie in de gestrengheid van den veertigdaagschen vaste verleenen, enz.’ Daar nu door het Hooger Gezag, hetwelk den Roomschen geestelijken bevel gegeven heeft, deze of gene aanmerkingen te maken, onmogelijk de Koning of zijne Ministers kan verstaan worden; en daar er bij ons geene wezenlijke Overheid in het Kerkelijke voor hen bestaat buiten den Paus, is het dus, naar de juiste gevolgtrekking van den Heer teissèdre l'ange, Z.H. zelf, op wiens order gehandeld is.
‘En ziet dáár,’ zegt de Schrijver, bl. 13: ‘een deel van het beheer over het Openbaar lager Onderwijs geraakt onder de magt van den Paus..... Éénig zal dit verschijnsel wezen in Europa, buiten den Kerkelijken Staat. Men leze de Geschiedenis van het lager Onderwijs in de grootste Rijken van dit werelddeel, zelfs in zulke landen, waar de Roomsch-Katholieke Godsdienst die is van den Staat; en nergens zal men het Pauselijk gezag in het gebruiken of weren van Schoolboeken, Schriften en Gezangen erkend zien; veelmin in gemengde Scholen geldig: zelfs niets eens toegelaten.’
Wat nu te doen? De Schrijver verwijst (bl. 17 en vervolgens) naar de Algemeene Boekenlijst ten dienste der lagere Scholen in de Noordelijke Provinciën, op last van den vorigen Koning uitgegeven ter landsdrukkerij te 's Gravenhage, in 1815, ten gevolge van Z.M. Besluit van 14 Julij van dat jaar, en naar de daarin aangehaalde circulaire aan de Kerkbesturen der verschillende Gezindten, van 30 Bloeimaand 1806, te vinden in de Bijdragen betrekkelijk den staat en de verbetering van het Schoolwezen, Deel VI, St. VI,