Oratio de perfectâ institutionis specie in Jesu Christo conspicuâ, quam habuit - - J.F. van Oordt, J.G. fil. Lugd. Bat. apud P.H. van den Heuvel. 1842. formâ 8va. 48 pag. f : - 60.
De Leijdsche Hoogleeraar van oordt koos, bij het nederleggen van het Academisch Rectoraat, te spreken over het hoogbelangrijke onderwerp, aan het hoofd dezes opgegeven. Hij heeft het gedaan met waardigheid en kracht, in den geest van het Evangelie. Natuurlijk verbood het beperkte tijdsbestek, in een zooveel omvattend denkbeeld dieper, dan gewoonlijk, in te dringen. Het hier gezegde was echter voor de gelegenheid des tijds voldoende, en is buiten twijfel met genoegen gehoord.
Eene vraag, die onder het lezen in alle eenvoudigheid bij ons oprees, houden wij niet terug. Wie zou wel meer nabij aan de waarheid zijn: zij, die het Christelijk beginsel, als levenselement, overal, ook in de Academische vorming, bezielend willen laten doordringen en werken, of zij, die nog met den geest zijn vervuld, welke in de vraag, Markus IX:38, is uitgedrukt?