onzer Lezers kwetsen; dit willen wij echter niet, en hebben trouwens genoeg gezegd, om te doen zien, hoe weinig die zoogenaamde afschrikkingstheorie op praktijk en ervaring gegrond is.
Men heeft in het stelsel van afgezonderde Opsluiting een middel, ter vervanging van pijnlijke Lijfstraffen, voorgesteld; en daartegen trekt de Verzamelaar te velde. Hijzelf zag nooit eene Penitentiaire gevangenis, en geeft, in zijne tegenspraak, overal blijken, dat hij het thans gewijzigd stelsel niet kent; en toch blijft hij beweren de waarheid aan zijne zijde te hebhen. Tegen hem, den onkundige, konden wij een twaalftal Mannen overstellen, die, gedurende maanden en jaren, de gevangenissen, waarin genoemd stelsel gevolgd wordt, bezochten, en bij ervaring kunnen spreken. Is de Verzamelaar nog voor overtuigende redenen vatbaar, dan leze hij, in het 2de Stuk des Isten Deels der Jahrbücher der Gefängnisskunde und Besserungsanstalten. Frankfurt a.M. dezes jaars, van bl. 318-359, het stuk, getiteld: Die Preussische Strafanstalten von temme, kritisch beleuchtet von Doctor g. varrentrapp, Hospitalarzt in Frankfort, a.d.M. Hij leze dit stukje, om in den Heer temme zijn eigen beeld - en tevens zijne eigene teregtwijzing - te vinden!
Zonderling is het, dat, waar kennis en ervaring gemist worden, men doorgaans de toevlugt neemt tot magtspreuken en personaliteiten. Wie, ongenoemde Verzamelaar, die zulke ongelukkige kunstmiddelen bezigde, om, ware het mogelijk, eenigen ingang te vinden, wie schenkt u de bevoegdheid, om uwe pijlen, van uit uw donker verblijf, af te schieten op Mannen als eenen den tex, lipman en suringar? Beide eerstgenoemden ontzegt gij, even als aan Prins oscar van Zweden, de bevoegdheid, om hun gevoelen te openbaren; den laatstgenoemden beschouwt gij als een dwalend philantroop! Recensent begeert, bij zooveel laatdunkendheid, niet in verdere uitweidingen te treden, die voorzeker niet zouden strekken, om de lektuur van deze Verzameling aan te bevelen. Na al het gezegde onderwerpt Recensent gaarne, wat hij in het midden bragt, aan het onbevangen oordeel van een geheel onpartijdig publiek, hetwelk er belang bij heeft, dat niet slechts het misdrijf worde te keer gegaan en gestraft, maar ook dat daartoe de meest doeltreffende middelen worden aangewend. Het blijkt toch,