Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1843
(1843)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijArchief voor Geneeskunde, onder medewerking van eenige vaderlandsche Geleerden, uitgegeven door Dr. J.P. Heije. Isten Deels 3de en 4de Stuk. Te Amsterdam, bij J. Muller. In gr. 8vo. 307-676 bl. f 4-5.Beide deze stukken bevatten oorspronkelijke Opstellen. Boekbeoordeelingen. Journalistiek. Overzigten. Mededeelingen. Aanteekeningen. Tot de oorspronkelijke behooren: 1o. Over de aanwending van het Microskoop tot geneeskundig onderzoek, door Dr. j.n. ramaer. 2o. Over het aanwenden van de zink tot huishoudelijk gebruik, door Dr. j.p. heije. 3o. Critisch-Historische nasporingen omtrent de eerste beginselen der Geregtelijke Geneeskunde, door a. maas. 4o. G. vrolik, over een zonderling gebrek in de huid. 5. Korte beschouwing over het Zenuwstelsel, door Dr. h. van daalen. De Heer ramaer tracht de nuttigheid van microscopische onderzoekingen voor de Geneeskunde te betoogen, en zegt, dat door deze, met andere vorderingen in de Natuurkundige wetenschappen, voor haar een nieuw tijdperk is begonnen. Wij hopen, dat zij meerder licht mogen verspreiden. Wij kunnen echter niet nalaten hier te drukken op het van lallemand in eene aanmerking medegedeelde gezegde, bl. 368, omtrent het gebruik van het Microscoop: ‘Mais cette défaveur (sedert de belangrijke onderzoeking van leeuwenhoek en hartsoeker opgekomen) elle-même tenait à l'imperfection des instruments et aux conséquences hasardées qu'on s'était hâté de tirer d'un petit nombre d'observations incomplettes.’Ga naar voetnoot(*) | |
[pagina 165]
| |
Bij de vermelding van den invloed der Acustica (bl. 307) komt al aanstonds het gezegde zeer gewaagd voor: ‘dat men de gebreken der organen, tot het gehoor behoorende, thans tot in de kleinste afwijkingen kan nagaan.’Ga naar voetnoot(*) De nog zoo zeer uiteenloopende gevoelens over de bloedligchaampjes, bloedbolletjes, blijkens de aanhalingen bl. 308-24, doen mede het nut eener dadelijke toepassing nog zeer in twijfel trekken. Hetzelfde zoude ook van den etter kunnen gezegd worden. De gegronde aanmerking op eene vooronderstelling van jul. vogel, bl. 338, toont, hoe weinig het microscopisch onderzoek voor de herkenning van zich ontwikkelende ziekten belooft. Dit erkent de Schrijver desgelijks van het onderzoek der melk; en zijne redeneringen omtrent het zog van syphilitische vrouwen, met dat van gezonde vergeleken, bevestigen dit desgelijks. - Wij stemmen den Schrijver toe, dat het onderzoek van de pis een ruim veld voor nasporingen, maar een niet vruchtbaar veld voor de ziektekunde oplevert. Getuige alwederom de gezegden van lallemand zelven. Dat deze in zijn werk nog niet opgenomen heeft de proeven, waarmede de Schrijver hem te Montpellier bezig zag, is de waarschijnlijke reden daarvan niet daarin gelegen, dat lallemand nog aarzelt, op voorloopige onderzoekingen te bouwen? Hij verdient des eerder geprezen dan gelaakt te worden. Belangrijk is het gezegde omtrent de nasporingen van gluge ten opzigte van ziekelijk veranderd bloed, dat zijne waarnemingen niet altijd het zegel der waarheid en naauwkeurigheid dragen. Rec. durft van zich getuigen, dat hij steeds voor de uit- | |
[pagina 166]
| |
breiding der kunst en wetenschap met ijver volhardt. Hij heeft meermalen het Microscoop gebezigd, om ziekelijke voortbrengsels te onderzoeken, maar de microscopische onderzoekingen schijnen hem vooralsnog geen nieuw tijdperk voor de Geneeskunde ontgonnen te hebben. Gaarne erkent hij, dat zij voor de Natuurkunde vruchtbaar kunnen worden, maar hij acht vooreerst de beoefening der Anatomia Pathologica zonder overdrijving en een te verfijnd onderzoek voor de Geneeskunst van meer belang. Hij spoort ieder, die tot dusdanig onderzoek de gelegenheid heeft, daartoe ernstig aan, al is hij ook niet in staat alles microscopisch te onderzoeken of scheikundig te ontleden. Niet geheel ongepast acht hij, na de lezing van dit opstel, ter lezing aan te bevelen Journal der pr. Heilkunde. 1829. 12 St. bl. 9. ‘Wenn man das Ueberflüssige weglasst, lernt man das Nothwendige besser,’ etc. Het onderzoek van den Heer heije over het aanwenden van de Zink tot huishoudelijk gebruik schijnt zijn Ed. een gepast middel geweest te zijn, om op eene hervorming van onze Geneeskundige Staatsregeling aan te dringen. De Heer heije gelieve echter in te zien de Verzameling van Stukken, betrekkelijk de aanstelling eener Commissie van Geneeskundig Toevoorzigt, te Amsterdam 1798, en hij zal zich kunnen overtuigen, dat men op het einde der 18de eeuw bij ons nog al zoo achterlijk niet was. Wij zouden zelfs beweren, dat men toen andere landen vooruit was. Jammer maar, dat men bij het maken van degelijke wetten en doelmatige voorschriften niet tevens de uitvoering bewerkstelligen, gelasten en vol kan houden! Men kan Commissiën zamenstellen (bl. 377), hare werkzaamheden op de volledigste wijze voorschrijven, maar - den maatschappelijken ingang ook met dringende bede (bl. 38) te bewerken? Hic haeret aqua. - Overigens houden wij de Zink voor huiselijk gebruik min, zoo niet geheel ongeschikt. De Critisch-historische nasporingen van den Heer maas zijn zeer dienstig tot teregtbrenging van zulken, die, door te veel te willen bewijzen, der wetenschap meer na- dan voordeel doen. | |
[pagina 167]
| |
De waarneming van den Hoogleeraar g. vrolik getuigt van zijnen steeds onvermoeiden ijver tot uitbreiding der ontleedkundige ziektekunde. Zij moet in haar geheel gelezen en met de plaat van dit zonderling verschijnsel gelezen worden. Men kan ook van dezen Geleerde zeggen: numquam minus otiosum fuisse, quam cum otiosus esset. Dr. van daalen treedt, in navolging van Dr. dassen en Dr. van deen, in eene korte beschouwing van het zenuwstelsel. Eigenlijk werd hij opgewekt door de geschriften van beide Geneeskundigen, om ook zijne bedenkingen omtrent sommige punten, door hen bewerkt, mede te deelen. Zij zijn tot eene korte verhandeling uitgedijd, die de volgende hoofdpunten behandelt: Histologie en algemeene Morphologie van het zenuwstelsel. De eigenschappen der zenuwen in het algemeen. Bijzondere functiën van het zenuwstelsel. Mechaniek der zenuwwerkzaamheden. Over den invloed van verschillende deelen des zenuwstelsels op elkander en het overige organismus. - Daar de Schrijver zich omtrent sommige punten, gelijk hij zelf zegt, heeft moeten bekorten, is dit betoog voor geen uittreksel vatbaar; het mag echter belangrijk genoemd worden. De Schrijver heeft meerdere stellingen van Dr. van deen ten toets gebragt, en meent ze nog niet genoeg bewezen te zijn. Dit is ook reeds door anderen aangemerkt. De verklaring der zenuwwerking is en blijft een moeijelijk vraagstuk. Ook bij eene nog grondiger kennis der bewerktuiging zal het steeds aan eene grondige verklaring der verschijnselen van het leven blijven haperen. Alles afdoende en beslissende proeven behooren alsnog onder de pia desideria. Gelukkig, dat, terwijl de natuurkundigen bezig zijn, de behandeling en genezing van vele lijders toch voorspoedig kan blijven voortgaan! De Boekbeoordeelingen en de Journalistiek gaan wij in zoo verre met stilzwijgen voorbij, als wij alleen zeggen, met genoegen gezien te hebben, dat er eene behoorlijke oplettendheid aan oorspronkelijke inlandsche voortbrengsels geschonken wordt. Zoo zagen wij de geschriften van Dr. arntzenius, luyten en anderen naar behooren ge- | |
[pagina 168]
| |
waardeerd. De gestichten voor krankzinnigen gaven ook aanleiding tot wisseling van gedachten en hier en daar tot wrijving. Moge uit dit alles iets goeds geboren worden, met vermijding van alle overdrijving, welke der goede zaak meer schade dan voordeel doet! Dit is echter zeker, dat omtrent elk ziekenhuis, en dus ook omtrent gestichten voor krankzinnigen, geldig is, dat de sterfte in verhouding staat met de deugdelijkheid der inrigting. Buitengewone omstandigheden kunnen hier slechts tijdelijk eene uitzondering maken. Wij beamen volkomen het gezegde van esquirol: ‘Des constructions bien faites, bien appropriées ont une influence incontestable, non seulement sur le bien-être des aliénés,’ (en ook van alle andere zieken) ‘mais encore sur la durée de leur existence et sur leur guérison.’ Wij voegen er nog bij, ook het beheer, het personeel, enz., want zonder deze is ook het best gebouwde gesticht een dood ligchaam. Wij wenschen desgelijks, dat de pogingen van Dr. fabiusGa naar voetnoot(*) doel mogen treffen. Doch zijn Ed. bedenke, dat het gemakkelijker valt gebreken aan te wijzen, dan die te verhelpen; - dat verbeteringen slechts van lieverlede bewerkt worden. Ieder is gereed zijne stem bij die des berispenden te voegen; maar moet de verbetering der gebreken door geldelijke bijdragen en opofferingen gevonden worden, dan zijn de handen van velen niet zoo gereed als de tong vaardig was. Jeugdige Artsen kunnen zich vaak niet begrijpen, waarom oudere bij ziekenhuizen niet meer doortasten - zij kennen echter de bezwaren niet, waarmede de Arts reeds sedert jaren gekampt heeft, omdat de verbeteringen van geldelijke bijdragen en onderstand afhankelijk waren. Het decretéren van opcenten is spoedig geschied, maar de opbrengst geschiedt als onder een gedurig onweder, waarbij het gerommel van den donder nooit ophoudt. Het behoorde anders te wezen - maar het gebod Matth. XXII:39b is een der moeijelijkste voor de practijk. Bij de vergelijking van de cijfers moet ook de plaatselijke gelegenheid niet voorbijgezien worden. Ook de | |
[pagina 169]
| |
numerique methode is niet van algemeene toepassing; slechts met bijzondere wijzigingen is zij aan te wenden. - Dit alles wordt niet gezegd om bestaande gebreken te vergoelijken, maar opdat gematigdheid bij beoordeeling niet uit het oog verloren worde. Wij hopen, dat zout en cognac geene verdere aanleiding tot wetenschappelijke behandeling moge geven. Alles heeft zijnen tijd, ook dat een ligtgeloovig publiek aan een' winstbejagenden boekbinder zijne penningen, ten koste van leven en gezondheid, ten offer brengt. Na verloop van eenigen tijd wordt meestal toch bevestigd gevonden, hetgeen gamaliël (Hand. V:38) reeds vóór eeuwen gezegd heeft. |
|