Het eerste dezer schoolboeken verdient alle aanprijzing, zoowel wegens de oordeelkundige keuze der verhalen, als wegens de doelmatige, kiesche wijze van voorstelling en de nuttige zedelessen. De stijl kon hier en daar voor de kinderlijke bevatting gemakkelijker zijn.
2. De Geschiedenis der Israëliten is, gelijk de titel zegt, ‘naar de voorhanden zijnde bronnen en groote werken der Geschiedenis, voor de eerste klasse der Israëlitische Godsdienstige scholen tot zelfstudie bewerkt.’ Het eerste stukje loopt tot de verwoesting van den eersten tempel, het tweede tot het jaar O.H. 500. De verhaaltrant mist alle pragmatische levendigheid, alle aansporing tot dankbaarheid, godsvrucht, enz. Indien de Vertaler er iets in had willen veranderen, zou hij het drooge berigt: ‘op nieuw mogten zich de Joden (omstreeks den tijd der Kerkhervorming) in de Nederlanden vestigen,’ (III. 36) onmogelijk aldus hebben kunnen overschrijven. Dankbaarheid hadde, dunkt ons, iets over de welwillende en verdraagzame behandeling der Israëliten gevorderd in ons gastvrij vaderland, toen zij elders nog naauwelijks mogten wonen. Of de Israëlitische jeugd wel zoo heel veel heeft aan de namen van geleerde Joden van vroeger' en later tijd, betwijfelen wij. Het hapert dit werkje aan eenheid van plan en bewerking. Wie hebben in ons Vaderland na de Fransche revolutie als Joodsche Professoren zich verdienstelijk gemaakt? (III. 53). Ald. bladz. 21 lezen wij van eenen ‘thans (1841)’ en bladz. 77 van eenen ‘thans (1830) regerenden Sultan’. Als schoolboek stellen wij het zeer laag; maar ook hier moet de verbetering langzaam komen, en het onderwijs der Israëlitische kinderen is reeds veel vooruitgegaan.
3. is bepaaldelijk over heidevelden en pas ontgonnen gronden, waarmede Rec. minder bekend is, dan met vettere kleigronden. De tweede druk bewijst een ruim vertier. Bladz. 28 reg. 3 v.o. zal □ voeten kubiekvoeten moeten zijn. Het laatste Hoofdstuk, over de Gezondheid, komt er wel wat zonderling bij.