den Schrijver aangeprezen, door Ref. behoudens beter oordeel afgekeurd wordt, noemt hij slechts twee bijzonderheden:
Bladz. 17 raadt de Schrijver aan, den eetlust van kinderen volstrekt niet te onderdrukken, maar den honger aanstonds te bevredigen. Wij zouden van oordeel zijn, dat men kinderen niet te vroeg kan gewennen aan eenen bepaalden tijd van voedsel nemen. Wanneer men vroeg daarmede begint, schikt de natuur er zich gemakkelijk naar; de tusschenruimte van tijd tusschen den eenen en anderen maaltijd zij slechts niet te groot of onevenredig, want een middagmaal ten 4 of 5 ure is voor kinderen allernadeeligst. De voormiddag is veel te lang; de tijd tusschen hun middag- en avondmaal daarentegen te kort. Maar, om op het in dit boekje gezegde terug te komen, waar zou het met huiselijke orde heen, indien elke honger aanstonds moest worden bevredigd?
Bladz. 90 prijst men zoogenoemde circuleerkagchels aan. Ref. raadt elk, wien zijne gezondheid lief is, zich niet door het goedkoope van deze machines in het gebruik te laten verblinden. Het zijn zeer ongezonde, benaauwde stookplaatsen, met welke men ongetwijfeld op den duur aan Doctor en Apotheker betaalt, hetgeen men bij turfboer of kolenkooper heeft uitgezuinigd. Hardnekkige verkoudheden, werkeloosheid der huid en slapheid van vezelen zijn de dochters dezer zuinigheid. Een open haard met goede steenkolen en goeden turf is veel gezonder, en enkel beuken- of olmenhout nog veel beter, maar ook veel kostbaarder.
Mannelijke leeftijd, zoo als het derde Hoofdstuk heet, moest liever volwassene genoemd zijn, omdat ook van vrouwen gehandeld wordt.
Ieder gebruike dit werkje met dat oordeel des onderscheids, waartoe opmerkzaamheid op zichzelven hem het best leiden zal. De kortste gezondheidsleer bestaat in de spreuk: ne quid nimis! Alles met mate!