zucht (in aard, werking en schadelijken invloed beschouwd) - de ondank (op soortgelijke wijze. Wij hadden dit liever ondankbaarheid genoemd gezien, omdat het spraakgebruik aan het eerste woord de doorgaande beteekenis van het
ondervinden van ondankbaarheid heeft gehecht. Men beloont met ondankbaarheid. Men wordt beloond met ondank. Zoo wordt het althans meest gebezigd) - de hoofdtrekken van het beeld der liefde (vertrouwen, onvermoeide werkzaamheid, zelfverloochening, geduld, heilige moed) - de weg ten eeuwigen leven - de lotgevallen der waarheid op aarde - de pligt, om Godsdienst te bevorderen (als zijnde onze Godsdienst eene des lichts, der liefde, der kracht, en der vertroosting) - het lot, miskend te worden (als zich uitstrekkende over ons denken, gevoelen, gelooven en werken) - de vrije en de knecht (een woord vooral over onze vrijheid in christus) - het leven eene bedevaart (de punten van vergelijking zijn: de aanvang met zeer ongelijke toerustingen, de voortgang op uiteenloopende wegen, het einde aan hetzelfde doel, bij verschillende reizigers) - blijf met ons, want het is bij den avond (eigenlijk een overzigt over een inwendig menschenleven; een der minst heldere stukken van den bundel, gelijk reeds het gekozen opschrift duister is) - de kunst, om de vreeze des doods te overwinnen - de dood onder het beeld van den slaap (geen stilstand, maar rust der uitgeputte natuur, die met nieuwe kracht ontwaakt; einde van de zorgen en den strijd; bedaring van den verwarden loop onzer gedachten, inbeeldingen en hartstogten; kortstondige scheiding van geliefden, met welke het ontwaken hereenigt. Voorts, om gerust te gaan slapen, en om gerust te sterven, moet men op God vertrouwen en een goed geweten bezitten) - eindelijk, de waarschuwende stemmen der graven.
De vertaling is loffelijk, zoodat de stijl, die in het oorspronkelijke nog al beeldrijk schijnt te zijn, ook in de overzetting levendig en onderhoudend is.