Chineesch spreekwoord.
De Chinezen hebben het volgende spreekwoord: ‘Wanneer de sabels roestig maar de ploegkouters blinkend zijn, wanneer de kerkers ledig en de graanzolders vol liggen, wanneer men slijk ziet op de kerktrappen en er gras groeit op de gerigtsplaatsen, wanneer doctoren te voet gaan en vleeschhouwers te paard rijden, dan kan men zeggen, dat het goed gesteld is met den Staat.’ - Uit deze zetregels ziet men, dat er in het Rijk van het Midden somtijds juist genoeg geoordeeld wordt. Wierd dit spreekwoord er tot wezenlijkheid, dan verdiende China ook wel met de daad den naam van het Hemelsche Rijk.