genoemde regters, die langen tijd beraadslaagden, of het kind al dan niet als getuige verhoord mogt worden; zij besloten eindelijk van ja. Het kleine meisje werd op den arm der geregtsminne (the court-nurse) binnengebragt, en de Mayor deed aan hetzelve de volgende vragen. De Mayor: Bezoekt gij de school? - Het Kind: Ja, Sir! - Mayor: Kunt gij de gebeden opzeggen? - Kind: Ja, Sir! - Mayor: Zegt gij ze alle ochtenden op? - Kind: Neen, alle avonden. - Mayor: Regt zoo; gij zijt een lief klein meisje. Speelt gij gaarne met ondeugende kinderen? - Kind: Neen, want die zijn stout. - Mayor: Waar gaan zulke kinderen heen, als zij dood zijn? - Kind: Naar beneden in de hel, Sir! - Mayor: En de goede kinderen, waar komen die? - Kind: Hierboven, in den hemel. - Mayor: Nu, mijn lief klein meisje, moeten wij u den eed afnemen; gij moet de waarheid spreken; doet gij het niet, zoo komt gij op de plaats, waar de boozen zijn, in de hel. Hier is de Bijbel, dat is het woord Gods. Neem dat boek in de hand, kus het, en zeg dan de waarheid, de geheele waarheid, niets dan de waarheid, zoo waarlijk als gij wilt dat God almagtig u helpen zal! (Blijken van verbazing, gefluister en half luid gemor onder de toeschouwers.) Het kind deed, wat de regter het bevolen had te doen, en verhaalde daarop, dat het in haars vaders huis gespeeld had, toen tommy hopkins in de kamer kwam, waar hij eene doos opende, er iets zwarts uitnam, en daarop heenging. Hierin bestond de geheele verklaring van het kind, en op dezelve werd de gevangene naar de eerst te houden Assizes verwezen, om er te regt te staan.