Tante Pontypool. Een Roman, naar het Engelsch van C. Richard. II Deelen. Te Groningen, bij M. Smit. 1841. In gr. 8vo. 694 bl. f 7-20.
Tante pontypool is eene goedhartige maar tevens bekrompene vrouw, die door hare onverstandige ofschoon welgemeende bemoeijingen met de zaken van hare bloedverwanten en vrienden veel verwarring veroorzaakt. Het komt ons echter voor, dat zij in dezen Roman eene te ondergeschikte persoon is, om het geheele verhaal naar haar te noemen. Charles lacy en helene adair maken hierop meer gegronde aanspraak. Eene fiksche karakterschildering, eene intrigue, van welke men de ontknooping met nieuwsgierigheid te gemoet ziet, eene juiste en levendige voorstelling van het tijdvak, waarin dit verhaal geplaatst is, namelijk het jaar 1815 en de veldslag van Waterloo, daarenboven eene goede zedelijke strekking, geven dezen Roman aanspraak op aanbeveling. Minder gunstig is ons oordeel over de vertaling, die blijkbaar eene vertaling van eene vertaling is, en welke daardoor ontsierd is door vele Germanismen. Het Engelsche gentleman en gentlemen is, zonder reden, overal onvertaald gelaten; terwijl allerlei rijtuigen, zelfs koetsen, door het geheele werk steeds wagens genoemd worden. De stof tot het maken van soortgelijke aanmerkingen is zoo over-